Betalingsfaciliteit bij vervreemding box 2‑aandelen

Betalingsfaciliteit bij vervreemding box 2‑aandelen

Geert de Jong

c06d15d4-a546-4aba-9283-303dfd4ad006

Geert de Jong is Belastingadviseur, Partner en Hoofd Bureau Vaktechniek van Grant Thornton Accountants en Adviseurs. Zijn specialisaties zijn bedrijfsopvolging en herstructurering.

De Invorderingswet 1990 (hierna IW 1990) kent betalingsfaciliteiten met betrekking tot de vervreemding van box 2‑aandelen. Daarbij geldt een aantal voorwaarden.

In dit thema krijgt u een antwoord op de volgende vragen:

Welke betalingsfaciliteiten zijn er bij vervreemding van aanmerkelijkbelangaandelen?

Wat zijn de voorwaarden voor het uitstel van betaling?

Wanneer vervalt het uitstel?

De wetgever wil reële bedrijfsopvolgingen niet belemmeren. Naast faciliteiten in de IB (doorschuifregeling aanmerkelijk belang) en de SW (BOR) heeft de wetgever ook twee relevante betalingsregelingen in de Invorderingswet 1990 opgenomen.

Betalingsfaciliteiten bij directe en indirecte vervreemding aanmerkelijk belang

Bij de vervreemding van een direct aanmerkelijk belang kan uitstel van betaling worden verkregen voor de daarbij verschuldigde aanmerkelijkbelangheffing indien de koopprijs bij de overdracht is schuldig gebleven (art. 25 lid 9 IW 1990). Draagt een houdster‑BV van de DGA een indirect aanmerkelijk belang over ‘om niet’ of tegen een lagere dan marktconforme prijs, dan kan eveneens een beroep worden gedaan op een betalingsregeling (art. 25 lid 11 IW 1990).

Voorwaarden

er is sprake van aandelen of winstbewijzen;

de overgedragen aandelen maken ten minste 5% uit van het geplaatste kapitaal;

de bezittingen van de vennootschap mogen niet voor 30% of meer bestaan uit beleggingen;

de koper blijft de (gehele) koopprijs schuldig (in geval van directe overdracht);

de belastingschuld bedraagt ten minste € 3.350;

de belastingplichtige stelt voldoende zekerheid voor de belastingschuld.

Uitstel en beëindiging daarvan

De betalingsfaciliteiten regelen een gespreide betaling over tien jaren. In geval van vervreemding van de aandelen, aflossing van de schuldig gebleven tegenprestatie of bij realiseren reguliere voordelen (dividend) wordt het uitstel van betaling verminderd of beëindigd.

Documenten bij dit thema

Art. 25 lid 9 IW 1990

Art. 25 lid 11 IW 1990

Art. 25 lid 10 IW 1990

Art. 28 IW 1990

Art. 3 Uitv.reg. IW 1990

Art. 3a Uitv.reg. IW 1990

Art. 35b, 35c, 35d, 35e en 35f SW 1956

Art. 4.12 Wet IB 2001

Art. 4.16 Wet IB 2001

HR 7 december 2012, 12/02062, ECLI:NL:HR:2012:BY5288, BNB 2013/33, V-N 2012/62.5

Indirect aanmerkelijk belang en BOR, P.G.H. Albert, WFR 2017/121

R.M.P.G. Niessen-Cobben en A.J.C. Perdaems, Wegwijs in de Invordering, vijfde druk, hoofdstuk 7, (Wegwijsserie), SDU 2014

J.H.P.M. Raaijmakers, Schenking van aandelen en mogelijkheid van uitstel van betaling, TB 2013/4, p. 9-13

E.J.W. Heithuis, Het nieuwe ab-besluit: gemiste kansen, WFR 2012/1590

Vakstudie Invorderingswet, art. 25 Invorderingswet 1990 (vanaf 1 januari 2002), aant. 10

Vakstudie Invorderingswet, art. 25 Invorderingswet 1990, aant. 12A.1

Cursus Belastingrecht S&E.11.0.0, hoofdstuk 11 (Bedrijfsopvolging), I.J.F.A. van Vijfeiken