Het gebeurt regelmatig dat een belastingplichtige, bijvoorbeeld bij het opmaken van de jaarstukken, constateert dat hij minder omzetbelasting heeft aangegeven en voldaan dan hij materieel verschuldigd was. In dat geval kan de belastingplichtige geen afwachtende houding aannemen. De zogenoemde ‘suppletieplicht’ vereist namelijk dat hij onjuistheden in de aangifte omzetbelasting zo spoedig mogelijk na ontdekking meldt bij de Belastingdienst.
Dit thema gaat over de suppletieplicht. U krijgt antwoord op de volgende vragen:
•
Wat is een suppletie?
•
Wanneer moet u een suppletieaangifte indienen?
•
Hoe dient u een suppletieaangifte in?
•
Wat zijn de consequenties als u niet(-tijdig) suppleert?
•
Hoe verhoudt de suppletieplicht zich tot het nemo tenetur-beginsel?
•
Kan een (belasting)adviseur een boete krijgen als zijn klant niet(-tijdig) een suppletieaangifte indient?
Mededelingsplicht
Sinds 1 januari 2012 bepaalt artikel 10a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) dat belastingplichtigen of inhoudingsplichtigen in een aantal specifieke gevallen om uit eigen beweging ontdekte onjuistheden of onvolledigheden moeten melden aan de Belastingdienst (de mededelingsplicht).
In welke gevallen?
De mededelingsplicht geldt momenteel bij:
•
de verklaring uitsluitend zakelijk gebruik van de bestelauto (art. 12bis Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001);
•
de verklaring geen privégebruik van de auto van de zaak (art. 8 en 9 Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965);
•
de aangifte erfbelasting bij buitenlands vermogen (art. 10c Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956); en
•
de aangifte omzetbelasting (art. 15 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968).
Aangifte omzetbelasting
In dit thema staat de mededelingsplicht bij de aangifte omzetbelasting centraal. Deze mededelingsplicht wordt in de fiscaliteit ook wel de suppletieplicht genoemd en betekent dat een belastingplichtige een fout in een ingediende BTW-aangifte moet melden. In deze melding moet de belastingplichtige dan alsnog juiste en volledige inlichtingen, gegevens of aanwijzingen verstrekken aan de inspecteur. Deze mededelingsplicht ontstaat op het moment dat de belastingplichtige constateert dat hij een aangifte omzetbelasting over een tijdvak in de afgelopen vijf jaar onjuist of onvolledig heeft gedaan. Het maakt daarbij overigens niet uit of als gevolg van de fout te veel of te weinig belasting is betaald.
Jurgen Scheltema
Advocaat-belastingkundige bij Jaeger Advocaten-Belastingkundigen
Meer over Mr. Jurgen Scheltema
Het gebeurt regelmatig dat een belastingplichtige, bijvoorbeeld bij het opmaken van de jaarstukken, constateert dat hij minder omzetbelasting heeft aangegeven en voldaan dan hij materieel verschuldigd was. In dat geval kan de belastingplichtige geen afwachtende houding aannemen. De zogenoemde ‘suppletieplicht’ vereist namelijk dat hij onjuistheden in de aangifte omzetbelasting zo spoedig mogelijk na ontdekking meldt bij de Belastingdienst.
Dit thema gaat over de suppletieplicht. U krijgt antwoord op de volgende vragen:
Wat is een suppletie?
Wanneer moet u een suppletieaangifte indienen?
Hoe dient u een suppletieaangifte in?
Wat zijn de consequenties als u niet(-tijdig) suppleert?
Hoe verhoudt de suppletieplicht zich tot het nemo tenetur-beginsel?
Kan een (belasting)adviseur een boete krijgen als zijn klant niet(-tijdig) een suppletieaangifte indient?
Mededelingsplicht
Sinds 1 januari 2012 bepaalt artikel 10a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) dat belastingplichtigen of inhoudingsplichtigen in een aantal specifieke gevallen om uit eigen beweging ontdekte onjuistheden of onvolledigheden moeten melden aan de Belastingdienst (de mededelingsplicht).
In welke gevallen?
De mededelingsplicht geldt momenteel bij:
de verklaring uitsluitend zakelijk gebruik van de bestelauto (art. 12bis Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001);
de verklaring geen privégebruik van de auto van de zaak (art. 8 en 9 Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965);
de aangifte erfbelasting bij buitenlands vermogen (art. 10c Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956); en
de aangifte omzetbelasting (art. 15 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968).
Aangifte omzetbelasting
In dit thema staat de mededelingsplicht bij de aangifte omzetbelasting centraal. Deze mededelingsplicht wordt in de fiscaliteit ook wel de suppletieplicht genoemd en betekent dat een belastingplichtige een fout in een ingediende BTW-aangifte moet melden. In deze melding moet de belastingplichtige dan alsnog juiste en volledige inlichtingen, gegevens of aanwijzingen verstrekken aan de inspecteur. Deze mededelingsplicht ontstaat op het moment dat de belastingplichtige constateert dat hij een aangifte omzetbelasting over een tijdvak in de afgelopen vijf jaar onjuist of onvolledig heeft gedaan. Het maakt daarbij overigens niet uit of als gevolg van de fout te veel of te weinig belasting is betaald.
Documenten bij dit thema
Wetgeving
Artikel 10a Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 67f Algemene wet inzake rijksbelastingen
Paragraaf 28a Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst
Paragraaf 28e Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst
Artikel 12bis Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001
Artikel 8 en 9 Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965
Artikel 15 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968
Artikel 10c Uitvoeringsbesluit successiewet 1956
Artikel 6 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
Standaardarrest
Hoge Raad 24 september 2021, nr. 19/01550, ECLI:NL:HR:2021:1351, BNB 2022/29, V-N 2021/40.16, NJB 2021/2742, TaxVisions, editie 8 oktober 2021
EHRM 10 september 2002, zaak 76574/01, ECLI:NL:XX:2002:BI9566 (Allen t. Verenigd koninkrijk), FED 2003/589
Belangrijkste uitspraken
Hoge Raad 31 maart 2023, nr. 20/04198, ECLI:NL:HR:2023:491, BNB 2023/74, V-N 2023/16.15, FED 2023/59, Belastingadvies 2023/11.5, NJB 2023/999
Conclusie A-G IJzerman 17 januari 2022, nr. 20/04198, ECLI:NL:PHR:2022:66, V-N 2022/12.12, TaxVisions, editie 11 maart 2022
Hof Den Haag 12 november 2020, nr. 20/00492, ECLI:NL:GHDHA:2020:2803, V-N Vandaag 2021/947
Hof Amsterdam 4 februari 2020, nr. 18/00004, ECLI:NL:GHAMS:2020:803, V-N 2020/16.26, Belastingadvies 2020/14.1
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 29 januari 2019, nr. BRE - 18 _ 1203, ECLI:NL:RBZWB:2019:326, V-N 2019/27.2.7
Rechtbank Noord-Nederland 12 juli 2018, nr. AWB LEE - 16 _ 3317_12072018, ECLI:NL:RBNNE:2018:2759, V-N 2018/55.17, TaxVisions, editie 19 oktober 2021
Hof 's-Hertogenbosch 10 juli 2018, nr. 20-003061-16, ECLI:NL:GHSHE:2018:2879, V-N 2018/48.13.11
Literatuur
Toelichting bij de suppletie omzetbelasting, Belastingdienst
W.E. Nent-Vroomen, ‘Een decennium 10a AWR, een beschouwing op de suppletieplicht voor de omzetbelasting’, BtwBrief 2022/16
F.J.P.M. Haas, Bestuurlijke boeten in het belastingrecht, zesde herziene druk, Deventer: Wolters Kluwer 2021
Naslag
Cursus Belastingrecht, FBR.1.3.1.E Suppletie-aangifte
Cursus Belastingrecht, FBR.8.3.6Art. 10a AWR: niet nakomen informatieplicht
Vakstudie Omzetbelasting, art. 15 Uitvoeringsbesluit OB 1968, aant. 21
Vakstudie Omzetbelasting, art. 15 Uitvoeringsbesluit OB 1968, aant. 54.14
Verwante onderwerpen
Thema: Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming
Thema: Beroep: rechtsbescherming door de belastingrechter
Thema: De aangifteverplichting in de AWR
Thema: Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil