Totstandkoming Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling (36423)
Totstandkoming Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling (36423)
De redactie
De staatssecretaris van Financiën heeft op Prinsjesdag het wetsvoorstel Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling (36423) bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel is onderdeel van het pakket Belastingplan 2024.
De belangrijkste wijzigingen zijn:
⁃
de definitie van het fonds voor gemene rekening (FGR) wordt aangepast. Een FGR moet een beleggingsfonds of fonds voor collectieve belegging in effecten zijn als bedoeld in art. 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (Wft), en de deelgerechtigdheid in dit fonds blijkt uit verhandelbare bewijzen van deelgerechtigdheid. In de nieuwe definitie vervalt het huidige toestemmingsvereiste.
⁃
de werking van de vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) wordt beperkt tot een beleggingsinstelling en een instelling voor collectieve beleggingen in effecten als bedoeld in art. 1:1 Wft. De VBI’s mogen alleen rechten van deelneming aanbieden aan een breed publiek of aan institutionele beleggers.
De voorgestelde wijziging van de definitie van een FGR in de vennootschapsbelasting leidt ertoe dat bepaalde fondsen die onder huidig recht zelfstandig VPB-plichtig zijn, niet langer aan die definitie voldoen. De zelfstandige VPB-plicht komt hierdoor te vervallen. Om acute belastingheffing te voorkomen zijn er in het overgangsrecht vier faciliteiten opgenomen:
1
een doorschuiffaciliteit voor de fiscale claim op de in het FGR aanwezige stille reserves, fiscale reserves en goodwill;
2
een aandelenfusie voor bepaalde deelgerechtigden;
3
gespreide betaling in ten hoogste tien jaar, gedurende deze periode wordt géén invorderingsrente in rekening gebracht;
4
een tijdelijke vrijstelling van overdrachtsbelasting flankerend aan een aandelenfusie voor kwalificerende deelgerechtigden.
Met de voorgestelde aanpassingen in het VBI-regime en de definitie van het FGR wordt, kort gezegd, aansluiting gezocht bij de in de Wft gehanteerde begrippen beleggingsinstelling en icbe, onderscheidenlijk beleggingsfonds en fonds voor collectieve belegging in effecten. Aan dit wetsvoorstel is een internetconsultatie voorafgegaan, zie V-N 2023/15.8.
Het overgangsrecht treedt in werking op 1 januari 2024. De materiële bepalingen, zoals de definitiewijziging, treden in werking op 1 januari 2025.
De inwerkingtreding van deze wet valt onder de beëindigingsgrond, zoals genoemd in een vaststellingsovereenkomst (ATR). Een vaststellingsovereenkomst ziet in de regel ook op andere onderwerpen die niet door dit wetsvoorstel worden geraakt. Het kabinet is van mening dat als in de vaststellingsovereenkomst tevens zekerheid vooraf is gegeven op andere fiscale aspecten de vaststellingsoverkomst voor die aspecten in stand blijft. Het is niet nodig om daar schriftelijk om te verzoeken.
Stand van zaken
Het voorstel is ingediend bij de Tweede Kamer. De Tweede Kamer is op 26 oktober 2023 akkoord gegaan met het voorstel. De Eerste Kamer heeft op 19 december 2023 ingestemd met het voorstel.
Documenten bij dit thema
Wetgeving
Wetgeving in wording
Per 1 januari 2025 wijzigen de volgende wetsartikelen. Kies in de tijdsbalk bij het wetsartikel voor de toekomstige versie per 1 januari 2025. Hier is vergelijken van versies ook mogelijk.
De redactie
De staatssecretaris van Financiën heeft op Prinsjesdag het wetsvoorstel Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling (36423) bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel is onderdeel van het pakket Belastingplan 2024.
De belangrijkste wijzigingen zijn:
de definitie van het fonds voor gemene rekening (FGR) wordt aangepast. Een FGR moet een beleggingsfonds of fonds voor collectieve belegging in effecten zijn als bedoeld in art. 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (Wft), en de deelgerechtigdheid in dit fonds blijkt uit verhandelbare bewijzen van deelgerechtigdheid. In de nieuwe definitie vervalt het huidige toestemmingsvereiste.
de werking van de vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) wordt beperkt tot een beleggingsinstelling en een instelling voor collectieve beleggingen in effecten als bedoeld in art. 1:1 Wft. De VBI’s mogen alleen rechten van deelneming aanbieden aan een breed publiek of aan institutionele beleggers.
De voorgestelde wijziging van de definitie van een FGR in de vennootschapsbelasting leidt ertoe dat bepaalde fondsen die onder huidig recht zelfstandig VPB-plichtig zijn, niet langer aan die definitie voldoen. De zelfstandige VPB-plicht komt hierdoor te vervallen. Om acute belastingheffing te voorkomen zijn er in het overgangsrecht vier faciliteiten opgenomen:
een doorschuiffaciliteit voor de fiscale claim op de in het FGR aanwezige stille reserves, fiscale reserves en goodwill;
een aandelenfusie voor bepaalde deelgerechtigden;
gespreide betaling in ten hoogste tien jaar, gedurende deze periode wordt géén invorderingsrente in rekening gebracht;
een tijdelijke vrijstelling van overdrachtsbelasting flankerend aan een aandelenfusie voor kwalificerende deelgerechtigden.
Met de voorgestelde aanpassingen in het VBI-regime en de definitie van het FGR wordt, kort gezegd, aansluiting gezocht bij de in de Wft gehanteerde begrippen beleggingsinstelling en icbe, onderscheidenlijk beleggingsfonds en fonds voor collectieve belegging in effecten. Aan dit wetsvoorstel is een internetconsultatie voorafgegaan, zie V-N 2023/15.8.
Het overgangsrecht treedt in werking op 1 januari 2024. De materiële bepalingen, zoals de definitiewijziging, treden in werking op 1 januari 2025.
De inwerkingtreding van deze wet valt onder de beëindigingsgrond, zoals genoemd in een vaststellingsovereenkomst (ATR). Een vaststellingsovereenkomst ziet in de regel ook op andere onderwerpen die niet door dit wetsvoorstel worden geraakt. Het kabinet is van mening dat als in de vaststellingsovereenkomst tevens zekerheid vooraf is gegeven op andere fiscale aspecten de vaststellingsoverkomst voor die aspecten in stand blijft. Het is niet nodig om daar schriftelijk om te verzoeken.
Stand van zaken
Het voorstel is ingediend bij de Tweede Kamer. De Tweede Kamer is op 26 oktober 2023 akkoord gegaan met het voorstel. De Eerste Kamer heeft op 19 december 2023 ingestemd met het voorstel.
Documenten bij dit thema
Wetgeving
Wetgeving in wording
Per 1 januari 2025 wijzigen de volgende wetsartikelen. Kies in de tijdsbalk bij het wetsartikel voor de toekomstige versie per 1 januari 2025. Hier is vergelijken van versies ook mogelijk.
Art. 3.29a Wet IB 2001
Art. 2 Wet VPB 1969
Art. 6a Wet VPB 1969
Art. 70g Invorderingswet 1990
Art. VII Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling
Kies de versie per 1 januari 2024 in de tijdsbalk. Hier is vergelijken van versies ook mogelijk.
Art. IV Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling
Art. V Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling
Art. VI Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling
Art. VIII Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling
Art. IX Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling
Literatuur
Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling in Staatsblad geplaatst, V-N 2024/4.3.5
Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling. Nota naar aanleiding van het verslag, V-N 2023/59.8
Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling. Nota naar aanleiding van het verslag, V-N 2023/50.10
Inleiding, V-N 2023/50.1
Tweede Kamer akkoord met Belastingpakket 2024, Wetsvoorstellen met betrekking tot FGR, VBI en FBI, TaxVisions
Wijzigingen in het pakket Belastingplan 2024 voor de IB-ondernemer, dga en particulier, Prof. dr. mr. E.J.W. Heithuis, WFR 2023/266
Wetsvoorstellen met betrekking tot FGR, VBI en FBI, TaxVisions
Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling. Memorie van toelichting. Algemeen, V-N 2023/44.14
Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling. Voorgestelde wettekst met artikelsgewijze toelichting, V-N 2023/44.15
Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling. Advies Raad van State en nader rapport, V-N 2023/44.16
NOB in commentaar op belastingpakket: BOR/DSR kent alleen versoberingen, geen verbeteringen, TaxLive
Staatssecretaris geeft inzicht in inhoud pakket Belastingplan 2024, V-N 2023/39.3
Inhoud pakket Belastingplan 2024 bekendgemaakt, V-N 2023/22.3
Voorjaarsnota 2023 aangeboden aan Tweede Kamer, V-N 2023/21.3
Kabinet beantwoordt vragen Tweede Kamer over kabinetsreactie op evaluatierapport fbi en vbi, V-N 2023/18.6
NOB zet vraagtekens bij voorgestelde vastgoedmaatregel, TaxLive
Consultatie conceptwetsvoorstel Wet aanpassing fonds voor gemene rekening, vbi en fbi gestart, V-N 2023/15.8
Naslag
Parlementaire geschiedenis
Documenten:
Stb. 2023, nr. 503
Nota naar aanleiding van het verslag, EK, 36423, nr. B
Verslag EK, 36423, nr. A
Nota naar aanleiding van verslag, 36423
Verslag, 36423, nr. 5
Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling, Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport, 36423, nr. 4
Uitvoeringstoets wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling, 36423, nr. 3 (bijlage)
Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling, memorie van toelichting, 36423, nr. 3
Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling, voorstel van wet, 36423, nr. 2
Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling, Koninklijke boodschap, 36423, nr. 1