De vennootschapsbelasting kent twee faciliteiten voor beleggingsactiviteiten, de faciliteit voor fiscale beleggingsinstellingen (FBI) en de faciliteit voor vrijgestelde beleggingsinstellingen (VBI). Met deze faciliteiten wordt voorkomen dat gezamenlijk beleggen via een lichaam fiscaal nadeliger wordt behandeld dan beleggen in privé. Hoewel de achtergrond van beide faciliteiten gelijk is, zijn er belangrijke verschillen.
De fiscale beleggingsinstelling (FBI)
Essentie van het FBI-regime
De fiscale winst van een fiscale beleggingsinstelling (FBI) wordt belast tegen een vennootschapsbelastingtarief van 0%. Voor koersresultaten en vermogenswinsten is een volledige vennootschapsbelastingvrijstelling beschikbaar. Een FBI betaalt dus geen vennootschapsbelasting, maar is wel subjectief onderworpen aan belastingheffing. Dit kan van belang zijn voor de toepassing van belastingverdragen.
Voorwaarden voor het FBI-regime
Voor toepassing van het FBI-regime gelden verschillende voorwaarden. Een belangrijke voorwaarde is dat de FBI haar winst binnen acht maanden na afloop van het jaar moet uitkeren aan de aandeelhouders. Onder voorwaarden hoeven koersresultaten en vermogenswinsten niet te worden uitgekeerd.
Er worden eisen gesteld aan de rechtsvorm van de FBI. Doel en feitelijke werkzaamheid van de FBI mag voorts enkel bestaan uit beleggen.
Daarnaast gelden vereisten met betrekking tot de aandeelhouders van een FBI. De strekking van deze vereisten is het waarborgen van het collectieve beleggingskarakter.
Ook is van belang dat een FBI moet voldoen aan limieten met betrekking tot de financiering met vreemd vermogen (de financieringslimiet). De beleggingen mogen gefinancierd zijn met vreemd vermogen tot maximaal 60% van de fiscale boekwaarde van de onroerende zaken en 20% van de overige beleggingen.
Dividendbelasting
Een fiscale beleggingsinstelling moet als hoofdregel dividendbelasting afdragen over uitgekeerde winsten. Hierbij is een afdrachtvermindering beschikbaar voor eventuele ten laste van de FBI ingehouden dividendbelasting en buitenlandse bronheffing. De hoogte van de afdrachtvermindering is onder meer afhankelijk van de samenstelling van het aandeelhouderbestand.
De vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI)
Essentie van het VBI-regime
Een vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) is op verzoek niet onderworpen aan de heffing van vennootschapsbelasting. Daarnaast is een vrijgestelde beleggingsinstelling als hoofdregel niet inhoudingsplichtig voor de dividendbelasting.
Voorwaarden voor het VBI-regime
Een VBI moet aan verschillende voorwaarden voldoen. Onder meer moet sprake zijn van collectieve belegging. Een VBI mag uitsluitend beleggen in financiële instrumenten. Daarnaast moet een VBI een open-end karakter hebben. Dit houdt in dat de aandelen of bewijzen van deelgerechtigdheid op verzoek van de deelnemers door de VBI worden ingekocht. Ook geldt het beginsel van risicospreiding en worden eisen gesteld aan de rechtsvorm van de VBI.
Kennisgroepstandpunt Belastingdienst van 30 januari 2024, KG:011:2024:2. Gevolgen van goedkeuring voor de aandeelhoudersvereisten bij geen economisch belang voor de bestuurdersvereisten (fbi-regime), V-N 2024/9.5
Evaluatierapport van de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) over de FBI en de VBI, bijlage bij de Brief van de Staatssecretaris van Financiën van 7 juli 2022, Kamerstukken II, 2022/23, 32140, nr. 130
Vastgoedfondsen in een nieuw fiscaal stelsel, J.H. Elink Schuurman, TFO 2024/191.1
Dick Simonis
Tax Partner bij EY Belastingadviseurs B.V.
Meer over Dick Simonis
De vennootschapsbelasting kent twee faciliteiten voor beleggingsactiviteiten, de faciliteit voor fiscale beleggingsinstellingen (FBI) en de faciliteit voor vrijgestelde beleggingsinstellingen (VBI). Met deze faciliteiten wordt voorkomen dat gezamenlijk beleggen via een lichaam fiscaal nadeliger wordt behandeld dan beleggen in privé. Hoewel de achtergrond van beide faciliteiten gelijk is, zijn er belangrijke verschillen.
De fiscale beleggingsinstelling (FBI)
Essentie van het FBI-regime
De fiscale winst van een fiscale beleggingsinstelling (FBI) wordt belast tegen een vennootschapsbelastingtarief van 0%. Voor koersresultaten en vermogenswinsten is een volledige vennootschapsbelastingvrijstelling beschikbaar. Een FBI betaalt dus geen vennootschapsbelasting, maar is wel subjectief onderworpen aan belastingheffing. Dit kan van belang zijn voor de toepassing van belastingverdragen.
Voorwaarden voor het FBI-regime
Voor toepassing van het FBI-regime gelden verschillende voorwaarden. Een belangrijke voorwaarde is dat de FBI haar winst binnen acht maanden na afloop van het jaar moet uitkeren aan de aandeelhouders. Onder voorwaarden hoeven koersresultaten en vermogenswinsten niet te worden uitgekeerd.
Er worden eisen gesteld aan de rechtsvorm van de FBI. Doel en feitelijke werkzaamheid van de FBI mag voorts enkel bestaan uit beleggen.
Daarnaast gelden vereisten met betrekking tot de aandeelhouders van een FBI. De strekking van deze vereisten is het waarborgen van het collectieve beleggingskarakter.
Ook is van belang dat een FBI moet voldoen aan limieten met betrekking tot de financiering met vreemd vermogen (de financieringslimiet). De beleggingen mogen gefinancierd zijn met vreemd vermogen tot maximaal 60% van de fiscale boekwaarde van de onroerende zaken en 20% van de overige beleggingen.
Dividendbelasting
Een fiscale beleggingsinstelling moet als hoofdregel dividendbelasting afdragen over uitgekeerde winsten. Hierbij is een afdrachtvermindering beschikbaar voor eventuele ten laste van de FBI ingehouden dividendbelasting en buitenlandse bronheffing. De hoogte van de afdrachtvermindering is onder meer afhankelijk van de samenstelling van het aandeelhouderbestand.
De vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI)
Essentie van het VBI-regime
Een vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) is op verzoek niet onderworpen aan de heffing van vennootschapsbelasting. Daarnaast is een vrijgestelde beleggingsinstelling als hoofdregel niet inhoudingsplichtig voor de dividendbelasting.
Voorwaarden voor het VBI-regime
Een VBI moet aan verschillende voorwaarden voldoen. Onder meer moet sprake zijn van collectieve belegging. Een VBI mag uitsluitend beleggen in financiële instrumenten. Daarnaast moet een VBI een open-end karakter hebben. Dit houdt in dat de aandelen of bewijzen van deelgerechtigdheid op verzoek van de deelnemers door de VBI worden ingekocht. Ook geldt het beginsel van risicospreiding en worden eisen gesteld aan de rechtsvorm van de VBI.
Zowel het FBI- als het VBI-regime worden met ingang van 1 januari 2025 ingrijpend gewijzigd. Hiertoe zijn in 2023 twee wetsvoorstellen aangenomen: (i) de Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling (Wet van 20 december 2023, Stb. 2023, 502) en (ii) de Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling (Wet van 20 december 2023, Stb. 2023, 503).
Documenten bij dit thema
Wetgeving
Artikel 4.13 en 4.14 Wet IB 2001
Artikel 6a Wet VPB 1969
Artikel 28 Wet VPB 1969
Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling
Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling
Besluit beleggingsinstellingen
Besluit Staatssecretaris van Financiën van 10 maart 2008, nr. CPP2008/291M, V-N 2008/14.16
Besluit Staatssecretaris van Financiën van 24 juni 2020, nr. CPP2008/291M, V-N 2020/35.11
Besluit Staatssecretaris van Financiën van 22 mei 2024, nr. 2024-11642,Stcrt. 2024, 17312, V-N 2024/33.7)
Kennisgroepstandpunt van 6 maart 2023, KG:011:2023:4. Uitleg goedkeuring fbi-besluit – dividend uit vervreemdingswinst onroerende zaken, V-N 2023/26.14.84
Kennisgroepstandpunt van 9 maart 2023, KG:011:2022:6 Wat wordt verstaan onder overcapaciteit bij zonnepanelen (fbi-regime)
Kennisgroepstandpunt van 22 maart 2023, KG:040:2022:8. Afdrachtvermindering en in strijd met belastingverdrag geheven bronheffing, V-N 2023/26.14.120
Kennisgroepstandpunt Belastingdienst van 29 maart 2023, KG:011:2023:5. WKO-installatie en de status van financiële beleggingsinstelling (fbi-regime)
Kennisgroepstandpunt Belastingdienst van 30 juni 2023, KG:024:2023:13. Pre-vbi winstreserves (artikel 1, vijfde lid, onderdeel b, Wet op de dividendbelasting 1965), V-N 2023/33.14
Kennisgroepstandpunt Belastingdienst van 26 oktober 2023, KG:024:2023:17. Peildatum afdrachtvermindering art. 11a Wet DB 1965, V-N 2023/49.10
Kennisgroepstandpunt Belastingdienst van 30 januari 2024, KG:011:2024:2. Gevolgen van goedkeuring voor de aandeelhoudersvereisten bij geen economisch belang voor de bestuurdersvereisten (fbi-regime), V-N 2024/9.5
Standaardarrest
HR 17 oktober 2014, nr. 13/04171, ECLI:NL:HR:2014:2979, BNB 2015/25, V-N 2014/54.15
Belangrijkste uitspraken
Conclusie Advocaat-Generaal Wattel 27 mei 2022, nr. 21/04201, ECLI:NL:PHR:2022:517, V-N 2022/30.10
Literatuur
VPB-gids, par. 14.3 Fiscale beleggingsinstellingen, VPBG 2023/14.3, Deventer: Wolters Kluwer 2024
VPB-gids, par. 14.4 Vrijgestelde beleggingsinstellingen, VPBG 2023/14.4, Deventer: Wolters Kluwer 2024
J.H.J. Borsboom & D.C. Simonis, Een gewijzigd fiscaal regime voor beleggingsinstellingen en (familie)fondsen (Fiscaal Actueel), Deventer: Wolters Kluwer 2024
Vastgoedfondsen in een nieuw fiscaal stelsel, J.H. Elink Schuurman, TFO 2024/191.1
Brief van de Staatssecretaris van Financiën van 7 juni 2024, nr. 2024-0000341126, V-N 2024/30.15
Wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling, Kamerstukken II 2023/24, 36 422, nr. 2, V-N 2023/44.18
Wetsvoorstel Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling, Kamerstukken II 2023/24, 36 423, nr. 2, V-N 2023/44.15
Internetconsultatie concept voorstel van wet aanpassing fgr vbi fbi, V-N 2023/15.8
Kabinetsreactie op SEO evaluatierapport, 9 december 2022, V-N 2023/2.6
Aanbiedingsbrief Belastingpakket 2023, V-N 2022/43.2
Evaluatierapport van de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) over de FBI en de VBI, bijlage bij de Brief van de Staatssecretaris van Financiën van 7 juli 2022, Kamerstukken II, 2022/23, 32140, nr. 130
Vastgoedfondsen in een nieuw fiscaal stelsel, J.H. Elink Schuurman, TFO 2024/191.1
J.H.J. Borsboom, Fiscale beleggingsinstellingen 2018/1 (FED Fiscale Brochures), Deventer: Wolters Kluwer 2018
De fiscale beleggingsinstelling, H. Vermeulen, TFO 2014/135.1
De vrijgestelde beleggingsinstelling, R.P.C. Adema, TFO 2014/135.2
Invoering Servicedochter in art. 28 Wet VPB 1969, R.J.B. Wijs & R. van der Wilt, WFR 2014/704
Het regime voor de fiscale beleggingsinstelling, H. Vermeulen, Fiscale monografieën, nr. 36, Deventer: Wolters Kluwer, 2012 (3e druk)
Enige opmerkingen over het financieel instrument en de VBI, H. Vermeulen & mevr. C.M. Grundmann-van de Krol, WFR 2010/154
J.H.J. Borsboom, Modernisering fiscaal regime beleggingsinstellingen (FA nr. 4) 2014/1.1, Deventer: Wolters Kluwer 2008
Naslag
Vakstudie Vennootschapsbelasting, artikel 6a Wet VPB 1969, aant. 2
Vakstudie Vennootschapsbelasting, art. 28 Wet VPB 1969, aant. 11
Cursus Belastingrecht, Vpb.7.0.1 Het regime voor fiscale beleggingsinstellingen (art. 28)
Cursus Belastingrecht, Vpb.7.0.2 De vrijgestelde beleggingsinstelling (art. 6a)
Verwante onderwerpen
Thema: Fiscale gevolgen van als tijdelijke belegging ingekochte eigen aandelen
Modellen
Modellen voor de Rechtspraktijk VI.6.15, Fiscale eenheid beleggingsinstellingen