Wet excessief lenen bij eigen vennootschap

Wet excessief lenen bij eigen vennootschap

Dr. Jeroen van Strien

id-9e7844a4-4eeb-44d0-b1f6-de5dd8e9aab3

Dr. Jeroen van Strien, Partner en Hoofd Bureau Vaktechniek Belastingadvies Newtone, universitair docent VU Amsterdam en Radboud Universiteit Nijmegen

De wetgever wil het bovenmatig lenen bij de eigen vennootschap ontmoedigen. Daartoe is het volgende wetsvoorstel ingediend: Wet excessief lenen bij eigen vennootschap. De aanmerkelijk belanghouder die meer leent dan € 500.000, krijgt te maken met een fictief regulier voordeel. In het coalitieakkoord is opgenomen dat deze grens wordt verhoogd tot € 700.000. Dit moet nog worden aangepast in het lopende wetgevingsproces. Op 27 december 2022 is de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap in de Staatscourant opgenomen.

Aanleiding voor Wet excessief lenen bij eigen vennootschap

Relatief veel aanmerkelijkbelanghouders lenen grote bedragen bij hun eigen vennootschap(pen). De wetgever vindt dit onwenselijk. Daarom heeft hij op 18 september 2018 een wetsvoorstel aangekondigd om paal en perk te stellen aan dit excessief lenen. Het wetsvoorstel is op 17 juni 2020 ingediend en heeft het parlementaire proces doorlopen. Op 27 december 2022 is de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap in de Staatscourant opgenomen.

Hoofdlijnen wetsvoorstel

Het wetsvoorstel komt er kort gezegd op neer dat als de totale schuld aan de eigen vennootschap(pen) meer bedraagt dan € 700.000, de aanmerkelijkbelanghouder dit meerdere als inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking moet nemen. Het bovenmatige deel van de schuld wordt namelijk aangemerkt als een fictief regulier voordeel. De maximumgrens van € 700.000 geldt voor de aanmerkelijkbelanghouder en zijn partner samen.

Het maakt niet uit waarvoor de aanmerkelijkbelanghouder de schulden gebruikt. De excessief-lenenmaatregel geldt dus ook in de situatie waarin sprake is van zogenoemde gedekte schulden, zoals schulden waar bijvoorbeeld door recht van hypotheek bezittingen tegenover staan die meer waard zijn dan de hoogte van de schuld.

Eigenwoningschulden aan de eigen vennootschap vallen onder voorwaarden buiten het bereik van de excessief-lenenmaatregel.

Anticiperen

De maatregel treedt naar verwachting op 1 januari 2023 in werking. Dit betekent dat aanmerkelijkbelanghouders tot uiterlijk 31 december 2023 (eerste peildatum) hebben om te anticiperen op het wetsvoorstel.

Documenten bij dit thema

Artikel 4.13, lid 1, onderdeel f Wet IB 2001

Artikel 4.14a Wet IB 2001

Artikel 4.14b Wet IB 2001

Artikel 4.14c Wet IB 2001

Artikel 4.14d Wet IB 2001

Artikel 4.43, lid 3 Wet IB 2001

Artikel 10a.23​ Wet IB 2001

Artikel 25c Invorderingswet

Kennisgroepstandpunt Belastingdienst van 20 juli 2023, KG:003:2023:4, Maximumbedrag excessief lenen en verkrijging krachtens erfrecht

Kennisgroepstandpunt Belastingdienst van 26 september 2023, KG:003:2023:7, Overgangsbepaling vereisten hypotheekrecht bij oversluiten eigenwoningschuld naar eigen vennootschap

Kennisgroepstandpunt Belastingdienst van 21 december 2023, ​KG:003:2023:11, Excessief lenen en eigenwoningschuld ingeval eigen woning en eigenwoningschuld beide behoren tot ondernemingsvermogen aanmerkelijkbelanghouder/IB-ondernemer

Kennisgroepstandpunt Belastingdienst van 21 december 2023, ​KG:003:2023:12, Winstrechtverplichting en excessief lenen

Kennisgroepstandpunt Belastingdienst 25 juni 2024, KG:003:2024:10, Excessief lenen en artikel 10a.23 Wet IB 2001

Hof Amsterdam, 4 oktober 2018, nr. 17/00581, ECLI:NL:GHAMS:2018:3711, V-N 2019/3.1.3, Belastingadvies 2019/4.4

Excessief lenen bij aanvang en einde fiscaal partnerschap: kiezen of delen?, P.W.H. van den Heuvel en D.W.M. Romijn, VFP 2024/100

De Wet excessief lenen bij overlijden: zorgelijk of juist voordelig?, R. Martens, VFP 2024/98

De Wet excessief lenen bij eigen vennootschap; excessief wetgevingsgeweld, J. van Strien, Ars Aequi oktober 2023

Nota naar aanleiding van nader verslag van 2 juni 2021 bij het wetsvoorstel Wet excessief lenen, Kamerstukken II 2020/21, 35496, nr. 9, V-N 2021/29.5

Nota van wijziging van 2 juni 2021 bij het wetsvoorstel Wet excessief lenen, Kamerstukken II 2020/21, 35496, nr. 10, V-N 2021/29.6

Kamerbrief van de Staatssecretaris van Financiën van 1 oktober 2021 met het verzoek tot aanhouden van de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Excessief lenen bij de eigen vennootschap

Derde Nota van Wijziging, Kamerstukken II 2021/22, 35496, nr. 14 en nr. 15, V-N 2022/15.5

Wetstechnische opmerkingen over het voorstel Wet excessief lenen bij de eigen vennootschap, J.H.M. Arts, FTV 2021/32

NOB-commentaar Wet excessief lenen bij eigen vennootschap, NOB, 21 augustus 2020

Special Wet excessief lenen bij de eigen vennootschap, A.J. van Lint, TaxVisions 5 juli 2020

Voorstel tegen excessief lenen bij eigen bv nog altijd onder de maat, TaxLive, 24 juni 2020

De internationale aspecten van de voorgestelde Wet excessief lenen bij eigen vennootschap, J.P. Boer en E.J.W. Heithuis, WFR 2020/175

De nationale aspecten van de voorgestelde Wet excessief lenen van de eigen vennootschap, J.P. Boer en E.J.W. Heithuis, WFR 2020/170

DGA dubbel gepakt met maatregel tegen excessief lenen bij eigen bv, TaxLive, 11 maart 2019

Cursus Belastingrecht IB.4.5.5.A, Excessief lenen van vennootschap, N.C.G. Gubbels

Vakstudie Inkomstenbelasting, art. 7.5 Wet IB 2001, aant. 1.7.7, Excessief lenen bij eigen vennootschap

Thema: Box 3