Aanvaarden of verwerpen door een handelingsonbekwame erfgenaam
Aanvaarden of verwerpen door een handelingsonbekwame erfgenaam
prof. mr. W. Breemhaar
Oud-senior raadsheer in het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en emeritus bijzonder hoogleraar Bijzondere onderwerpen Notarieel recht aan de Universiteit van Amsterdam
Er bestaan drie uiteenlopende interpretaties in de rechtspraak, te rekenen vanaf 2010, omtrent de termijn die de wettelijke vertegenwoordiger van een handelingsonbekwame op grond van art. 4:193 lid 1, tweede zin, BW heeft om te kiezen tussen beneficiaire aanvaarding en verwerping van de nalatenschap waarin de handelingsonbekwame als erfgenaam is opgekomen.
De drie uiteenlopende interpretaties hebben betrekking op de vraag wanneer de termijn van art. 4:193 lid 1, tweede zin BW, die op de voet van art. 4:193 lid 1, derde zin, BW kan worden verlengd, heeft te gelden als onbenut verstreken. Wordt de termijn geacht onbenut te zijn verstreken, dan verbindt de wet daaraan als gevolg dat de nalatenschap als beneficiair aanvaard geldt (art. 4:193 lid 2 BW).
Hof Amsterdam 29 januari 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ0802, FJR 2016/30.21, met annotatie W. Breemhaar, in: Schonewille/Steegmans, Rechtspraak Erfrecht, 3e druk, 2019, nr. 32
T.J. Mellema-Kranenburg, Modellen voor de rechtspraktijk I.4.6.1.5 Onderhandse verklaring beneficiaire aanvaarding door wettelijke vertegenwoordiger namens minderjarige(n) met volmacht
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
prof. mr. W. Breemhaar
Oud-senior raadsheer in het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en emeritus bijzonder hoogleraar Bijzondere onderwerpen Notarieel recht aan de Universiteit van Amsterdam
Meer over prof. mr. W. Breemhaar
Er bestaan drie uiteenlopende interpretaties in de rechtspraak, te rekenen vanaf 2010, omtrent de termijn die de wettelijke vertegenwoordiger van een handelingsonbekwame op grond van art. 4:193 lid 1, tweede zin, BW heeft om te kiezen tussen beneficiaire aanvaarding en verwerping van de nalatenschap waarin de handelingsonbekwame als erfgenaam is opgekomen.
De drie uiteenlopende interpretaties hebben betrekking op de vraag wanneer de termijn van art. 4:193 lid 1, tweede zin BW, die op de voet van art. 4:193 lid 1, derde zin, BW kan worden verlengd, heeft te gelden als onbenut verstreken. Wordt de termijn geacht onbenut te zijn verstreken, dan verbindt de wet daaraan als gevolg dat de nalatenschap als beneficiair aanvaard geldt (art. 4:193 lid 2 BW).
Documenten bij dit thema
Wetgeving
Art. 4:193 lid 1 en 2 BW
Belangrijkste uitspraken
Hof Amsterdam 29 januari 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ0802, FJR 2016/30.21, met annotatie W. Breemhaar, in: Schonewille/Steegmans, Rechtspraak Erfrecht, 3e druk, 2019, nr. 32
Hof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, 14 juni 2013, ECLI:NL:GHARL:2013:CA3241
Hof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, 26 juni 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:5920, FJR 2018/60.14, RFR 2018/143, RN 2018/80
Hof Den Haag 8 augustus 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:2050, FJR 2018/60.15
Hof Den Haag 19 december 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:3755
Hof Den Haag 11 november 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:2116, FJR 2021/74.25
Rb. Gelderland 21 april 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:2172, JERF 2022/93 met annotatie. R.E. de Jong
Literatuur
Klaassen/Luijten & Meijer II Erfrecht, 2008, nr. 791
Asser/Perrick 4, Erfrecht en schenking, 2021, nr. 506
H.J. de Jonge, ‘Minderjarige erfgenamen en machtiging tot verwerping’, JBN 2019/18
L.C.A. Verstappen, in: Van Mourik e.a., Handboek Erfrecht 2020, XII.2.4, p. 471
Aanbevelingen Handleiding erfrechtsprocedures kantonrechter (versie 9.0) d.d. november 2020, p. 94 e.v.
Modellen
T.J. Mellema-Kranenburg, Modellen voor de rechtspraktijk I.4.6.1.5 Onderhandse verklaring beneficiaire aanvaarding door wettelijke vertegenwoordiger namens minderjarige(n) met volmacht