Voorziening en (kosten)egalisatiereserve

Voorziening en (kosten)egalisatiereserve

Mr. dr. Charlie Bruijsten

id-495c86d5-3fc4-418b-8504-c55e9082b636

Verbonden aan Bureau Vaktechniek van EY Belastingadviseurs

Met een voorziening of egalisatiereserve kan de aftrek van toekomstige uitgaven naar voren worden gehaald.

In dit thema worden de voorziening en egalisatiereserve besproken. U krijgt antwoord op de volgende vragen:

Onder welke voorwaarden kan een voorziening worden gevormd?

Onder welke voorwaarden kan een egalisatiereserve worden gevormd?

Hoe wordt een voorziening of egalisatiereserve gewaardeerd?

Voorziening

Het is fiscaal mogelijk om een voorziening te vormen voor toekomstige uitgaven indien (cumulatief) aan drie voorwaarden wordt voldaan:

1

De toekomstige uitgaven vinden hun oorsprong in feiten en omstandigheden die zich in de periode voorafgaand aan de balansdatum hebben voorgedaan.

2

De toekomstige uitgaven kunnen ook overigens aan die periode worden toegerekend.

3

Er is een redelijke mate van zekerheid dat de toekomstige uitgaven zich voor zullen doen.

Het is niet verplicht om een voorziening te vormen.

(Kosten)egalisatiereserve

In plaats van een voorziening, kan ook een (kosten)egalisatiereserve worden gevormd voor toekomstige uitgaven. In dat geval moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

De toekomstige uitgaven zijn ongelijkmatig verdeeld, in die zin dat er een ‘piek’ is in de uitgaven. Die ‘piek’ vinden we niet in de voorwaarden voor het vormen van een voorziening.

De uitgaven moeten zijn opgeroepen door de bedrijfsuitoefening in het jaar van dotatie.

Er is een redelijke mate van zekerheid dat de uitgaven zich voor zullen doen.

Anders dan bij de voorziening, vindt bij een egalisatiereserve geen inhaal plaats van toekomstige uitgaven die aan eerdere jaren kunnen worden toegerekend.

Documenten bij dit thema

HR 26 augustus 1998, nr. 33 417, ECLI:NL:HR:1998:AA2555, BNB 1998/409, WFR 1998/1532, V-N 1998/51.15, FED 1998/698, FED 1999/154

HR 19 februari 1969, nr. 16 063, ECLI:NL:HR:1969:AX5886, BNB 1969/142

HR 20 augustus 1980, nr. 19 897, ECLI:NL:HR:1980:AW9913, BNB 1981/1

HR 31 augustus 1998, nr. 33 470, ECLI:NL:HR:1998:BI6569, BNB 1998/395, WFR 1998/1293, 1, V-N 1998/42.8, FED 1998/558, FED 1998/630

HR 18 april 2003, nr. 38 023, ECLI:NL:HR:2003:AF7825, V-N 2003/25.11

HR 25 juni 2010, nr. 08/03864, ECLI:NL:PHR:2010:BJ8485, BNB 2010/273, V-N 2010/30.6, Belastingadvies 2010/16.4

Verschillende waarderings- en winstbepalingsstelsels en bestendige gedragslijn, C. Bruijsten, WFR 2022/76

Introductie van een piekvereiste voor het vormen van een fiscale voorziening groot onderhoud?, P. Visser en R.E.F.M. van der Vloet, WFR 2020/159

Het vernieuwde Voorzieningenbesluit: enkele kritische kanttekeningen, G.T.K. Meussen, NTFR 2020/3136

Over het verschil tussen een KER en een voorziening, J. de Groot, J. Simons en G.T.K. Meussen, WFR 2018/59

Plofkipvoorziening op de korrel, A.O. Lubbers, WFR 2016/38

Voorzien en reserveren voor groot onderhoud niet vanzelfsprekend, T.M. Berkhout en J.M. van der Heijden, WFR 2016/9

De vorming van fiscale voorzieningen: het verband tussen de oorsprongvoorwaarde en de goed-koopmansgebruikvoorwaarde, H.B. van der Werf, MBB 2003/59

Baksteenarrest en inhaal, A.O. Lubbers, WFR 2001/212

Cursus Belastingrecht, IB.3.2.21.C Inkomstenbelasting

Cursus Belastingrecht, IB.3.2.25.B Inkomstenbelasting