Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/1036 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (codificatie)
Artikel 19 bis Informatie over voorlopige maatregelen
Geldend
Geldend vanaf 11-08-2020
- Bronpublicatie:
04-06-2020, PbEU 2020, L 259 (uitgifte: 10-08-2020, regelingnummer: 2020/1173)
- Inwerkingtreding
11-08-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-06-2020, PbEU 2020, L 259 (uitgifte: 10-08-2020, regelingnummer: 2020/1173)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
De producenten in de Unie, de importeurs en exporteurs en hun representatieve verenigingen en de vertegenwoordigers van het land van uitvoer kunnen verzoeken om informatie over de beoogde instelling van voorlopige rechten. Deze verzoeken dienen binnen de in het bericht van opening/inleiding vastgestelde termijn schriftelijk te worden ingediend. Die informatie wordt de verzoekende partijen vier weken vóór de instelling van voorlopige rechten ter beschikking gesteld. Deze informatie bevat het volgende: een louter informatief overzicht van de voorgestelde rechten, nadere gegevens over de berekening van de dumpingmarge en de passende marge om de schade aan de bedrijfstak van de Unie weg te nemen, waarbij terdege rekening wordt gehouden met de vertrouwelijkheidsverplichtingen van artikel 19. De partijen kunnen binnen een termijn van drie werkdagen na het ter beschikking stellen van dergelijke informatie opmerkingen over de juistheid van de berekeningen indienen.
2.
Indien wordt besloten het onderzoek voort te zetten zonder voorlopige rechten in te stellen, worden de belanghebbenden vier weken vóór het verstrijken van de in artikel 7, lid 1, genoemde termijn voor de instelling van voorlopige rechten ervan in kennis gesteld dat geen voorlopige rechten worden ingesteld.