Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2024/1351 betreffende asiel- en migratiebeheer, tot wijziging van de Verordeningen (EU) 2021/1147 en (EU) 2021/1060 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 604/2013
Artikel 45 Termijnen voor gedetineerde verzoekers
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2024
- Bronpublicatie:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1351 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1351)
- Inwerkingtreding
11-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1351 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1351)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
1.
In afwijking van de artikelen 39 en 41 bedraagt, wanneer een persoon op grond van artikel 44 in bewaring wordt gehouden, de termijn voor het indienen van een overnameverzoek of een kennisgeving inzake terugname niet meer dan twee weken vanaf het tijdstip van registratie van het verzoek om internationale bescherming of twee weken vanaf de ontvangst van de Eurodac-treffer wanneer er geen nieuw verzoek is geregistreerd in de kennisgevende lidstaat.
Wanneer een persoon in een later stadium dan de registratie van het verzoek in bewaring wordt gehouden, bedraagt de termijn voor het indienen van een overnameverzoek of een kennisgeving inzake terugname niet langer dan een week vanaf de datum waarop de persoon in bewaring is gesteld.
2.
In afwijking van artikel 40, lid 1, geeft de aangezochte lidstaat zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen een week na ontvangst van het verzoek, antwoord. Het zonder antwoord laten verstrijken van de termijn van een week staat gelijk met aanvaarding van het overnameverzoek en houdt de verplichting in om de persoon over te nemen en te voorzien in een passende aankomstregeling.
3.
In afwijking van artikel 46 wordt de overdracht van een persoon die in bewaring wordt gehouden van de overdragende lidstaat naar de verantwoordelijke lidstaat zo spoedig uitgevoerd als praktisch mogelijk is, en binnen vijf weken vanaf:
- a)
de datum waarop het verzoek tot overname is aanvaard of de kennisgeving inzake terugname is bevestigd, of
- b)
de datum waarop het beroep of bezwaar niet langer opschortende werking heeft overeenkomstig artikel 43, lid 3.
4.
Wanneer de overdragende lidstaat zich niet houdt aan de termijnen voor het indienen van een overnameverzoek of een kennisgeving inzake terugname of geen overdrachtsbesluit neemt binnen de in artikel 42, lid 1, gestelde termijn, of wanneer de overdracht niet binnen de in lid 3 van dit artikel genoemde termijn van vijf weken geschiedt, wordt de betrokken persoon niet langer in bewaring gehouden. De artikelen 39, 41 en 46 blijven van overeenkomstige toepassing.