Einde inhoudsopgave
Suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector Defensie
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Bronpublicatie:
27-10-1997, Stb. 1997, 574 (uitgifte: 02-12-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-1997, Stb. 1997, 755 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
De betrokkene, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 2°, 3° en 4°, die op de dag voorafgaande aan die waarop de Suppletieregeling op hem van toepassing wordt nog recht heeft op aanvullende uitkering op grond van artikel 2, tweede lid, onderdeel a en b, van het Besluit aanvulling arbeidsongeschiktheidsuitkering militairen, zoals dat besluit luidde op die dag voorafgaande aan die waarop de Suppletieregeling op betrokkene van toepassing wordt, en waarvan de duur op de invoeringsdatum van de Suppletieregeling nog niet is verstreken, heeft recht op suppletie.
2.
Het in het eerste lid bedoelde recht op suppletie geldt voor een periode die gelijk is aan de resterende duur van het genoten recht op aanvullende uitkering op grond van het Besluit aanvulling arbeidsongeschiktheidsuitkering militairen, berekend aan de hand van artikel 6, derde lid, met ingang van de dag waarop de Suppletieregeling op betrokkene van toepassing wordt.
3.
De artikelen 3 tot en met 5, 6, tweede lid, 7 tot en met 11, alsmede de artikelen 12, derde lid, tot en met 16 zijn van overeenkomstige toepassing.
4.
Artikel 6, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het naar een jaarbedrag herleide en door het getal 261 gedeelde laatstgenoten inkomen, zoals dat op de dag voorafgaande aan die waarop de Suppletieregeling op betrokkene van toepassing wordt gold, de berekeningsgrondslag is van de suppletie.
5.
Ambtshalve wordt van iedere betrokkene als bedoeld in het eerste lid het recht op suppletie vastgesteld met inachtneming van het in dit artikel bepaalde.
6.
Bij de bepaling van de periode waarover een aanvullende uitkering is ontvangen wordt deze periode naar beneden afgerond op een hele maand.