Einde inhoudsopgave
Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2014–2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn
Artikel 11 Financiële uitvoering, boekhouding, controle en kwijting
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2015
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2014, 115).
- Bronpublicatie:
26-06-2013, Trb. 2013, 145 (uitgifte: 05-09-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-02-2015, PbEU 2015, L 45 (uitgifte: 19-02-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Financiering
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Commissie draagt zorg voor de financiële tenuitvoerlegging van de middelen die zij beheert en meer bepaald voor de financiële uitvoering van de projecten en programma's overeenkomstig het financieel reglement als bedoeld in artikel 10, lid 2. De besluiten van de Commissie met betrekking tot de terugvordering van te veel betaalde bedragen vormen executoriale titel binnen het rechtsgebied bedoeld in artikel 299 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
2.
Namens de Unie beheert de EIB de investeringsfaciliteit en voert zij in dat kader verrichtingen uit, overeenkomstig het in artikel 10, lid 2, bedoelde financieel reglement. De EIB handelt hierbij voor risico van de lidstaten. Alle daaruit voortvloeiende rechten komen de lidstaten toe, met name in de hoedanigheid van schuldeiser of eigenaar.
3.
De EIB draagt overeenkomstig haar statuten en beste bankpraktijken zorg voor de financiële uitvoering van de verrichtingen in verband met de in artikel 4 bedoelde leningen uit eigen middelen, in voorkomend geval gecombineerd met rentesubsidies uit de subsidiemiddelen van het EOF.
4.
Voor elk begrotingsjaar stelt de Commissie de rekeningen van het EOF op, keurt deze goed en zendt deze aan het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer.
5.
De EIB doet jaarlijks aan de Commissie en de Raad haar jaarverslag toekomen over de uitvoering van de verrichtingen die zijn gefinancierd uit de door de EIB beheerde middelen van het EOF.
6.
Overeenkomstig lid 8 van dit artikel oefent de Rekenkamer ten aanzien van de verrichtingen van het EOF haar bevoegdheden op grond van artikel 287 van het VWEU uit. De wijze waarop dit geschiedt, wordt bepaald in het in artikel 10, lid 2, bedoelde financieel reglement.
7.
Voor het financiële beheer van het EOF, met uitzondering van door de EIB beheerde verrichtingen, wordt de Commissie kwijting verleend door het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad, die daarover besluit met een overeenkomstig artikel 8 bepaalde gekwalificeerde meerderheid van stemmen.
8.
Voor de uit de middelen van het EOF gefinancierde verrichtingen die door de EIB worden beheerd, gelden de controle- en kwijtingsprocedures zoals die voor alle verrichtingen van de EIB in haar statuten zijn vastgelegd.