Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 2.13
Geldend
Geldend vanaf 22-12-2018
- Bronpublicatie:
20-12-2018, Stcrt. 2018, 72073 (uitgifte: 21-12-2018, regelingnummer: ACM/18/032994)
- Inwerkingtreding
22-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2018, Stcrt. 2018, 72073 (uitgifte: 21-12-2018, regelingnummer: ACM/18/032994)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
1.
De beveiliging van elektrische installaties (en onderdelen daarvan) is selectief ten opzichte van de beveiliging die de netbeheerder in de aansluiting van de elektrische installatie of in het voedende net toepast.
2.
Bij de dimensionering van de elektrische installatie wordt rekening gehouden met de door de netbeheerder toe te passen beveiliging.
3.
De netbeheerder informeert de aangeslotene en overlegt met hem voor zover van toepassing bij eerste aansluiting en bij latere wijzigingen van het net omtrent:
- a.
de beveiligingsfilosofie;
- b.
de minimum- en maximumwaarde van het kortsluitvermogen tijdens de normale toestand;
- c.
de wijze van sterpuntsbehandeling;
- d.
de isolatiecoördinatie;
- e.
de netconfiguratie; en
- f.
de bedrijfsvoering.
4.
Voor zover de in het derde lid genoemde gegevens nodig zijn voor de bedrijfsvoering van de aangeslotene worden deze in de aansluit- en transportovereenkomst vastgelegd.
5.
Zowel de aangeslotene als de netbeheerder kunnen het vastgelegde maximale kortsluitvermogen slechts in overleg met elkaar aanpassen.