Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/2405 inzake het waarborgen van een gelijk speelveld voor duurzaam luchtvervoer (ReFuelEU Luchtvaart)
Artikel 14 Milieulabelsysteem
Geldend
Geldend vanaf 20-11-2023
- Bronpublicatie:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2405 (uitgifte: 31-10-2023, regelingnummer: 2023/2405)
- Inwerkingtreding
20-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2405 (uitgifte: 31-10-2023, regelingnummer: 2023/2405)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Milieurecht / Energie
1.
Hierbij wordt een vrijwillig milieulabelsysteem ingesteld waarmee de milieuprestaties van vluchten kunnen worden gemeten.
2.
Op grond van dit artikel afgegeven labels zijn van toepassing op binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallende luchtvaartuigexploitanten voor onder deze verordening vallende vluchten die vanaf Unieluchthavens vertrekken. Indien een luchtvaartuigexploitant verzoekt om de afgifte van een label uit hoofde van dit artikel, verzoekt hij om een dergelijk label voor al zijn vluchten die onder deze verordening vallen en vanaf Unieluchthavens vertrekken.
Luchtvaartuigexploitanten kunnen ook om de afgifte van labels uit hoofde van dit artikel verzoeken voor hun onder deze verordening vallende vluchten die op Unieluchthavens aankomen. Indien een luchtvaartuigexploitant verzoekt om de afgifte van een label uit hoofde van deze alinea, vraagt hij een dergelijk label aan voor al zijn vluchten die op Unieluchthavens aankomen.
3.
Op grond van dit artikel afgegeven labels certificeren het milieuprestatieniveau van een vlucht op basis van de in de tweede alinea van dit lid bedoelde informatie. Het milieuprestatieniveau van een vlucht wordt bepaald op basis van de gemiddelde milieuprestaties van de vluchten die door een bepaalde luchtvaartuigexploitant op een specifieke route worden uitgevoerd tijdens de vorige overeenkomstige dienstregelingsperiode in de zin van artikel 2, punt d), van Verordening (EEG) nr. 95/93.
Op grond van dit artikel afgegeven labels bevatten de volgende informatie:
- a)
de verwachte koolstofvoetafdruk per passagier, uitgedrukt in meeteenheden zoals kilogram CO2 per passagier, voor de geldigheidsduur van het label;
- b)
de verwachte CO2-efficiëntie per kilometer, uitgedrukt in meeteenheden zoals gram CO2 per passagier per kilometer, voor de geldigheidsduur van het label.
4.
De verwachte koolstofvoetafdruk per passagier en de verwachte CO2-efficiëntie per kilometer van een vlucht worden door het Agentschap bepaald op basis van een gestandaardiseerde en wetenschappelijk onderbouwde methode en van de informatie van de luchtvaartuigexploitanten over alle of een aantal van de volgende factoren:
- a)
de typen luchtvaartuigen, het gemiddelde aantal passagiers en vrachtladingen, zo nodig aangevuld met schattingen van die factoren, zoals de gemiddelde bezettingsgraad voor de gespecificeerde route gedurende een bepaalde periode, en
- b)
de prestaties van de brandstof die wordt gebruikt voor de door de luchtvaartuigexploitant uitgevoerde vluchten op basis van de getankte hoeveelheid brandstof en met gebruikmaking van parameters zoals de totale hoeveelheid aan boord genomen duurzame luchtvaartbrandstoffen, het percentage ten opzichte van de totale hoeveelheid getankte brandstof, de kwaliteit en oorsprong, de samenstelling en de levenscyclusemissies door het gebruik van brandstoffen, berekend voor de vlucht.
5.
Op grond van dit artikel afgegeven labels zijn geldig voor een beperkte periode van ten hoogste één jaar als gespecificeerd in de in lid 11, punt c), bedoelde uitvoeringshandelingen. De geldigheidsduur van het label wordt door de luchtvaartuigexploitant duidelijk zichtbaar weergegeven, samen met het label.
6.
Het Agentschap geeft op verzoek van een luchtvaartuigexploitant labels af voor elke vlucht of reeks vluchten die onder dezelfde omstandigheden wordt uitgevoerd, op basis van de in lid 3 bedoelde informatie en de in lid 4 bedoelde gestandaardiseerde en wetenschappelijk onderbouwde methode en factoren.
Het Agentschap kan van de vliegtuigexploitant verlangen dat hij aanvullende informatie verstrekt die nodig is voor de afgifte van het label.
Wanneer de luchtvaartuigexploitant niet alle informatie indient die het Agentschap nodig heeft om het aangevraagde label af te geven, wijst het Agentschap het verzoek af.
De luchtvaartuigexploitant kan beroep instellen tegen besluiten van het Agentschap die genomen worden op grond van deze alinea en lid 7 van dit artikel. Een dergelijk beroep wordt binnen tien dagen na de kennisgeving van het besluit ingediend bij de in artikel 105 van Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad (1) bedoelde kamer van beroep. De artikelen 106 en 107, artikel 108, leden 2 en 3, en de artikelen 111 tot en met 114 van Verordening (EU) 2018/1139 zijn van toepassing. Elk door het Agentschap uit hoofde van dit lid genomen besluit wordt onverwijld genomen.
7.
Het Agentschap evalueert periodiek of de factoren op basis waarvan een label is afgegeven voor elke vlucht of reeks vluchten die onder dezelfde omstandigheden wordt uitgevoerd, zijn veranderd. Indien het Agentschap concludeert dat een label niet langer passend is, trekt het, nadat het de exploitant in de gelegenheid heeft gesteld te worden gehoord, het bestaande label in of geeft het een nieuw label af. Het Agentschap stelt de luchtvaartuigexploitant in kennis van zijn besluit.
De luchtvaartuigexploitant past onverwijld de weergave van het label dienovereenkomstig aan.
8.
Luchtvaartuigexploitanten waaraan overeenkomstig lid 6 een label is toegekend, geven het label weer, met de in lid 3, tweede alinea, bedoelde informatie. Het label moet gemakkelijk toegankelijk en eenvoudig te begrijpen zijn. Het wordt gepresenteerd op een manier waardoor klanten de milieuprestaties van vluchten die door verschillende vliegtuigexploitanten op dezelfde route worden uitgevoerd, gemakkelijk kunnen vergelijken. Indien een luchtvaartuigexploitant het label in een verkooppunt of enig ander contact met de klanten toont, moet hij dit voor alle vluchten doen die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen.
9.
Om de kosten van de door het Agentschap verleende dienst te financieren, moet voor de afgifte van een label op verzoek van een luchtvaartuigexploitant een vergoeding worden betaald. De inkomsten uit dergelijke vergoedingen vormen andere inkomsten in de zin van artikel 120, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1139 en worden behandeld als bestemmingsontvangsten die door het Agentschap moeten worden toegewezen om die kosten te dekken. Artikel 126, leden 2 en 3, van Verordening (EU) 2018/1139 zijn van toepassing. Het bedrag van de vergoeding wordt vastgesteld op grond van artikel 126, lid 4, van Verordening (EU) 2018/1139.
10.
In het kader van zijn taken op het gebied van milieubescherming als bepaald in artikel 87, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1139 draagt het Agentschap bij aan de bewustmaking van het bestaan van het bij dit artikel ingestelde labelingsysteem.
11.
Om de uniforme uitvoering en naleving van de in dit artikel vastgestelde regels te waarborgen, stelt de Commissie uiterlijk op 1 januari 2025 uitvoeringshandelingen vast met gedetailleerde bepalingen betreffende:
- a)
de in lid 4 bedoelde gestandaardiseerde en wetenschappelijk onderbouwde methode, gebaseerd op de beste beschikbare wetenschappelijke gegevens, met name de door het Agentschap verstrekte gegevens, met inbegrip van de methode voor het gebruik van de in lid 4, punt a), bedoelde ramingen;
- b)
de procedure volgens welke luchtvaartuigexploitanten het Agentschap de relevante informatie voor de afgifte van een label moeten verstrekken, en de procedure voor de afgifte van dat label door het Agentschap, met inbegrip van de termijn waarbinnen het Agentschap een besluit moet nemen op grond van lid 6;
- c)
de geldigheidsduur van de overeenkomstig dit artikel afgegeven labels (maximaal één jaar);
- d)
de voorwaarden waaronder het Agentschap de in lid 7 bedoelde evaluatie moet uitvoeren;
- e)
de in lid 7 bedoelde procedure waarmee het Agentschap bestaande labels kan intrekken of een nieuw label kan afgeven;
- f)
de modellen voor de weergave van labels die op grond van dit artikel zijn afgegeven;
- g)
het waarborgen van een gemakkelijke toegang tot alle afgegeven labels in een machineleesbaar formaat;
- h)
de mogelijkheid en de voorwaarden waaronder luchtvaartuigexploitanten voor vluchten die vertrekken vanaf Unieluchthavens, zonder een label uit hoofde van dit artikel te gebruiken, vergelijkbare informatie over milieuprestaties als bedoeld in lid 3 mogen weergeven.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 16, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
12.
Uiterlijk op 1 juli 2027 inventariseert en beoordeelt de Commissie de ontwikkelingen met betrekking tot de werking van het bij dit artikel ingestelde labelsysteem, evenals mogelijke verbeteringen of aanvullende maatregelen bij dat systeem, met name met het oog op de invoering van een verplicht milieulabelsysteem dat alle aspecten van de milieuprestaties van vluchten of reeksen vluchten en de verschillende decarbonisatiemaatregelen die luchtvaartuigexploitanten nemen, omvat, met volledige inachtneming van het Unierecht. De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad een rapport in met de belangrijkste bevindingen van de op grond van dit lid uitgevoerde beoordeling. Zo nodig kan het rapport vergezeld gaan van een wetgevingsvoorstel.
Voetnoten
Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1).