Uitvoeringswet Verdrag inzake de toegang tot de rechter in internationale gevallen en Europese Overeenkomst inzake het doorzenden van verzoeken om rechtsbijstand
Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Verdrag inzake de toegang tot de rechter in internationale gevallen en Europese Overeenkomst inzake het doorzenden van verzoeken om rechtsbijstand:artikel 4
Uitvoeringswet Verdrag inzake de toegang tot de rechter in internationale gevallen en Europese Overeenkomst inzake het doorzenden van verzoeken om rechtsbijstand
Artikel 4 [Toezending aan ontvangende centrale autoriteit]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-06-1992
- Bronpublicatie:
28-10-1991, Stb. 1991, 679 (uitgifte: 24-12-1991, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21497 Overheid.nl: 21497)
- Inwerkingtreding
01-06-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-02-1992, Stb. 1992, 155 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verzoeken waarvan de toezending niet is geschied overeenkomstig de voorschriften van het Verdrag of de Overeenkomst worden door de ontvanger onder opgaaf van redenen toegezonden aan de ontvangende centrale autoriteit.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.