Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/6 betreffende diergeneesmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 2001/82/EG
Artikel 92 Veranderingen in vergunningen voor de vervaardiging op verzoek
Geldend
Geldend vanaf 27-01-2019
- Bronpublicatie:
11-12-2018, PbEU 2019, L 4 (uitgifte: 07-01-2019, regelingnummer: 2019/6)
- Inwerkingtreding
27-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, PbEU 2019, L 4 (uitgifte: 07-01-2019, regelingnummer: 2019/6)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
EU-recht / Marktintegratie
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
Indien de houder van een vergunning voor de vervaardiging om een verandering in die vergunning voor de vervaardiging verzoekt, bedraagt de termijn voor de beoordeling van een dergelijk verzoek niet meer dan 30 dagen vanaf de dag waarop de bevoegde autoriteit het verzoek heeft ontvangen. In gerechtvaardigde gevallen, onder meer wanneer een inspectie noodzakelijk is, kan deze termijn door de bevoegde autoriteit worden verlengd tot 90 dagen.
2.
Het in lid 1 bedoelde verzoek bevat een beschrijving van de gewenste verandering.
3.
Binnen de in lid 1 bedoelde termijn kan de bevoegde autoriteit van de houder van de vergunning voor de vervaardiging eisen dat hij binnen een bepaald tijdsbestek aanvullende informatie verstrekt en kan zij besluiten een inspectie uit te voeren. De procedure wordt geschorst totdat de aanvullende informatie is verstrekt.
4.
De bevoegde autoriteit beoordeelt het in lid 1 bedoelde verzoek en stelt de houder van de vergunning voor de vervaardiging in kennis van de uitkomst van de beoordeling en in voorkomend geval wijzigt zij de vergunning voor de vervaardiging en werkt zij de databank voor vervaardiging en groothandel bij.