Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Bijlage 15 Indeling in profielcategorieën
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2023
- Bronpublicatie:
26-01-2023, Stcrt. 2023, 4969 (uitgifte: 16-02-2023, regelingnummer: ACM/UIT/587445)
- Inwerkingtreding
01-04-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-01-2023, Stcrt. 2023, 4969 (uitgifte: 16-02-2023, regelingnummer: ACM/UIT/587445)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
bij artikel 10.17
- 1.
Aansluitingen met een doorlaatwaarde kleiner dan of gelijk aan 3x25A op laagspanning die beschikken over een niet op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting, worden ingedeeld in profielcategorie E1A, onderscheiden naar vastgesteld afnametype.
- 2.
Aansluitingen met een doorlaatwaarde kleiner dan of gelijk aan 3x25A op laagspanning die beschikken over een op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting en waarbij het schakelmoment van normaaluren naar laaguren omstreeks 23:00 uur valt, worden ingedeeld in profielcategorie E1B, onderscheiden naar vastgesteld afnametype.
- 3.
Aansluitingen met een doorlaatwaarde kleiner dan of gelijk aan 3x25A op laagspanning die beschikken over een op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting en waarbij het schakelmoment van normaaluren naar laaguren omstreeks 21:00 uur valt, worden ingedeeld in profielcategorie E1C, onderscheiden naar vastgesteld afnametype.
- 4.
In afwijking van het eerste tot en met derde lid worden aansluitingen ten behoeve van openbare verlichting, behoudens aansluitingen die op grond van artikel 2.30 niet zijn voorzien van een comptabele meetinrichting, ingedeeld in profielcategorie E4A.
- 5.
In aanvulling op het vierde lid wordt een aansluiting tevens ingedeeld in de profielcategorie E4A indien:
- a.
de aangeslotene de netbeheerder een bestuurdersverklaring verstrekt waarin door de bestuurder van de beheerder van een op de aansluiting aangesloten OVL-installatie of een door hem daartoe gemachtigd persoon, wordt verklaard dat op een op de aansluiting aangesloten OVL-installatie uitsluitend lampen (inclusief voorschakelapparatuur) zijn aangesloten ten behoeve van openbare verlichting en daarmee gelijk te stellen verlichting, zoals ten behoeve van reclame- of feestverlichting, abri’s, verkeersbordverlichting etc., mits deze op dezelfde wijze geschakeld worden, en;
- b.
de aansluiting voorzien is van een comptabele meetinrichting.
- 6.
Aansluitingen met een doorlaatwaarde groter dan 3x25A op laagspanning maar kleiner dan of gelijk aan 3x80A op laagspanning die beschikken over een niet op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting worden ingedeeld in profielcategorie E2A, onderscheiden naar vastgesteld afnametype.
- 7.
Aansluitingen met een doorlaatwaarde groter dan 3x25A op laagspanning maar kleiner dan of gelijk aan 3x80A op laagspanning die beschikken over een op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting, worden ingedeeld in profielcategorie E2B, onderscheiden naar vastgesteld afnametype.
- 8.
Aansluitingen met een doorlaatwaarde groter dan 3x80A op laagspanning die, onverminderd het bepaalde in 2.4.1 van de Meetcode elektriciteit, zijn voorzien van een profielgrootverbruikmeetinrichting, worden ingedeeld in profielcategorie E3.