Einde inhoudsopgave
Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Artikel 35
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
17-05-2010, Stb. 2010, 365 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken: 31958)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Overheidsfinanciën / Begroting
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Uitsluitend het hoofd Financiën van het openbaar lichaam of zijn eerste of tweede plaatsvervanger kunnen gemandateerd worden namens het openbaar lichaam privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten die voortvloeien uit een besluit tot het aangaan van een financiële verplichting en waarover een positief advies is verleend als bedoeld in artikel 23, tweede lid.
2.
Indien het bestuurscollege zonder een positief advies, bedoeld in het eerste lid, de in dat lid bedoelde functionarissen niettemin opdraagt een verplichting aan te gaan of de daarmee verband houdende privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten, informeert de betrokken functionaris Onze Minister daarover, door tussenkomst van het College financieel toezicht.
3.
Onze Minister geeft ter zake van de door de betrokken functionaris voorgelegde aangelegenheden een aanwijzing. Het bestuurscollege en de betrokken functionaris nemen deze aanwijzing in acht.
4.
Het bestuurscollege deponeert de namen en functies van de personen, bedoeld in het eerste lid, bij het College financieel toezicht. Het College financieel toezicht houdt hiervan een register bij en publiceert dit register na de vaststelling ervan, na elke wijziging, maar in elk geval iedere zes maanden.
5.
Onze Minister kan begrotingen of begrotingsartikelen aanwijzen ten laste waarvan geen financiële verplichtingen mogen worden aangegaan, voordat hij daarmee heeft ingestemd.
6.
De inhoud van de aangewezen begrotingen of begrotingsartikelen, bedoeld in het vijfde lid, worden, zolang ze zijn aangewezen, opgenomen in het register, bedoeld in het vierde lid.
7.
Privaatrechtelijke rechtshandelingen betreffende het aangaan van financiële verplichtingen als bedoeld in dit artikel zijn niet geldig indien:
- a.
de regels in dit besluit omtrent de bevoegdheid van de handelende personen niet zijn nageleefd, of
- b.
deze handelingen begrotingen of begrotingsartikelen betreffen die ingevolge het zesde lid zijn opgenomen in het register, bedoeld in het vierde lid.
8.
In geval van het aangaan van financiële verplichtingen en het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen waartoe door de eilandsraad is besloten, is dit artikel van overeenkomstige toepassing.