Einde inhoudsopgave
Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie
Artikel 67a
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
06-06-2024, Stb. 2024, 163 (uitgifte: 17-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-06-2024, Stb. 2024, 163 (uitgifte: 17-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
1.
In afwijking van artikel 67, eerste lid, bedraagt een voorschot aan een subsidie-ontvanger die hernieuwbare elektriciteit produceert met een productie-installatie die behoort tot categorie productie-installaties waarvoor op grond van artikel 12a een opbrengstgrensbedrag is vastgesteld, het product van:
- a.
- b.
het fasebedrag of basisbedrag verminderd met de op grond van artikel 14, vijfde lid, vastgestelde correcties, tenzij de uitkomst van deze vermindering negatief is, in dat geval bedraagt het nul,
met dien verstande dat in het daaropvolgende kalenderjaar de hoogte van het voorschot wordt vastgesteld met toepassing van artikel 15a, eerste lid, onderdeel a, waarbij voor het aantal kWh wordt gehanteerd het in het voorgaande kalenderjaar feitelijk geproduceerde en voor subsidie in aanmerking komende aantal kWh.
2.
In afwijking van artikel 67, tweede lid, bedraagt een voorschot aan een subsidie-ontvanger die hernieuwbaar gas produceert met een productie-installatie die behoort tot categorie productie-installaties waarvoor op grond van artikel 29a een opbrengstgrensbedrag is vastgesteld, het product van:
- a.
- b.
het fasebedrag of basisbedrag verminderd met de op grond van artikel 31, vijfde lid, vastgestelde correcties, tenzij de uitkomst van deze vermindering negatief is, in dat geval bedraagt het nul,
met dien verstande dat in het daaropvolgende kalenderjaar de hoogte van het voorschot wordt vastgesteld met toepassing van artikel 32a, eerste lid, onderdeel a, waarbij voor het aantal kWh wordt gehanteerd het in het voorgaande kalenderjaar feitelijk geproduceerde en voor subsidie in aanmerking komende aantal kWh.
3.
In afwijking van artikel 67, derde lid, bedraagt een voorschot aan een subsidie-ontvanger die hernieuwbare warmte of hernieuwbare warmte en hernieuwbare elektriciteit produceert met een productie-installatie die behoort tot categorie productie-installaties waarvoor op grond van artikel 45a een opbrengstgrensbedrag is vastgesteld, het product van:
- a.
- b.
het fasebedrag of basisbedrag verminderd met de op grond van artikel 47, vijfde lid, vastgestelde correcties, tenzij de uitkomst van deze vermindering negatief is, in dat geval bedraagt het nul,
met dien verstande dat in het daaropvolgende kalenderjaar de hoogte van het voorschot wordt vastgesteld met toepassing van artikel 48a, eerste lid, onderdeel a, waarbij voor het aantal kWh wordt gehanteerd het in het voorgaande kalenderjaar feitelijk geproduceerde en voor subsidie in aanmerking komende aantal kWh.
4.
In afwijking van artikel 67, vierde lid, bedraagt een voorschot aan een subsidie-ontvanger die broeikasgas vermindert met een productie-installatie die behoort tot categorie productie-installaties waarvoor op grond van artikel 55ga een opbrengstgrensbedrag is vastgesteld, het product van:
- a.
- b.
het fasebedrag of basisbedrag verminderd met de op grond van artikel 55i, vierde lid, vastgestelde correcties, tenzij de uitkomst van deze vermindering negatief is, in dat geval bedraagt het nul,
met dien verstande dat in het daaropvolgende kalenderjaar de hoogte van het voorschot wordt vastgesteld met toepassing van artikel 55ja, eerste lid, onderdeel a, waarbij voor het aantal kWh wordt gehanteerd het in het voorgaande kalenderjaar feitelijk geproduceerde en voor subsidie in aanmerking komende aantal kWh.
5.
Onze Minister verstrekt per jaar slechts een voorschot tot ten hoogste in de beschikking tot subsidieverlening per kalenderjaar vastgestelde maximum aantal kWh dan wel kg broeikasgas waarbij op verzoek van de producent, het aantal kWh, bedoeld in artikel 15a, derde lid, jo. artikel 15, derde lid, artikel 32a, derde lid, jo. artikel 32, derde lid, dan wel kg broeikasgas als bedoeld in artikel 55ja, derde lid, jo. artikel 55j, derde lid, opgeteld kan worden.
6.
Indien de meetgegevens niet beschikbaar zijn in het kalenderjaar, bedoeld in het eerste en derde lid, wordt in afwijking van het eerste en derde lid het voorschot uiterlijk vastgesteld in het eerstvolgende kalenderjaar nadat de meetgegevens beschikbaar zijn.