Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 7.4
Geldend
Geldend vanaf 18-05-2022
- Bronpublicatie:
12-05-2022, Stcrt. 2022, 13056 (uitgifte: 17-05-2022, regelingnummer: ACM/UIT/570440)
- Inwerkingtreding
18-05-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-05-2022, Stcrt. 2022, 13056 (uitgifte: 17-05-2022, regelingnummer: ACM/UIT/570440)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
1.
De netbeheerder bewaakt de kwaliteit van het transport en registreert afwijkingen van de eisen aan de kwaliteit van het transport.
2.
Een netbeheerder past een uniforme, door de gezamenlijke netbeheerders overeengekomen werkwijze toe voor de registratie van onderbrekingen in het transport van elektriciteit, als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid, van het Besluit investeringsplan en kwaliteit elektriciteit en gas. Deze werkwijze omvat tevens de wijze waarop een netbeheerder de prestatie-indicatoren, als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdelen a tot en met c, van de Regeling investeringsplan en kwaliteit elektriciteit en gas, vaststelt. De gezamenlijke netbeheerders maken de werkwijze openbaar.
3.
Een netbeheerder past een uniforme, door de gezamenlijke netbeheerders overeengekomen werkwijze toe voor de registratie van de afwijkingen van de eisen aan de kwaliteit van het transport van elektriciteit, als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid, van het Besluit investeringsplan en kwaliteit elektriciteit en gas, alsmede van de vaststelling van de prestatie-indicatoren, als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel d, van de Regeling investeringsplan en kwaliteit elektriciteit en gas. De gezamenlijke netbeheerders maken de werkwijze openbaar op www.uwspanningskwaliteit.nl.
4.
De meting ten behoeve van de registratie van de kwaliteit van transport van elektriciteit en de in het derde lid genoemde registratie van de afwijkingen van de eisen aan de kwaliteit van het transport van elektriciteit vindt plaats op de volgende meetlocaties:
- a.
in geval van een laagspanningsnet bij een steekproef van minstens 250 aselect gekozen aansluitingen gedurende één week in het overdrachtspunt van de aansluiting;
- b.
in geval van een middenspanningsnet:
- 1°
voor het aspect spanningsdips op een door de netbeheerders gezamenlijk bepaalde representatieve selectie van minstens 200 middenspanningsstations op de rail van het middenspanningsstation, of indien dat niet mogelijk is, in het afgaande veld door middel van continu meting;
- 2°
voor alle voorwaarden voor spanningskwaliteit bij een steekproef van minstens 250 aselect gekozen aansluitingen gedurende één week in het overdrachtspunt van de aansluiting;
- c.
in geval van een hoogspanningsnet:
- 1°
in het overdrachtspunt van de aansluiting door middel van continu meting; of
- 2°
indien de spanningstransformatoren in het veld van de aansluiting niet geschikt zijn voor de meting van de afwijkingen van de eisen aan de kwaliteit van transport van elektriciteit en er geen fysieke ruimte aanwezig is om de spanningstransformatoren aan te passen, op de rail, in een ander veld of in een voedende verbinding van respectievelijk naar het station waarop de desbetreffende aansluiting is aangesloten door middel van continu meting.
5.
De metingen bedoeld in het vierde lid omvatten voor de aansluitingen bedoeld in de Bijlage bij het besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 17 maart 2009 met kenmerk 102971_1/24 tevens de meting van transiënte overspanningen.
6.
Op de metingen bedoeld in het vierde lid is de internationale norm IEC 61000-4-30:2015-10 ‘Electromagnetic compatibility (EMC) – Part 4-30 Testing and measurement techniques – Power quality measurement methods’ van toepassing.
7.
De netbeheerder stelt de meetresultaten van de in het vierde lid bedoelde metingen, betrekking hebbend op een bepaalde aansluiting, desgevraagd ter beschikking aan de desbetreffende aangeslotene.
8.
Indien de resultaten van de in het vierde lid bedoelde metingen betrekking hebben op spanningsdips in middenspanningsnetten, stelt de netbeheerder desgevraagd de meetresultaten beschikbaar van de spanningsdipmeting in het dichtstbijzijnde middenspanningsstation waar zich een spanningsdipmeting bevindt.