Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit WVO 2020
Artikel 2.36 Stageovereenkomst
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
14-10-2021, Stb. 2021, 521 (uitgifte: 05-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2021, Stb. 2022, 13 (uitgifte: 11-01-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Het bevoegd gezag sluit met de ouders respectievelijk de leerling indien deze handelingsbekwaam is en de stagebieder een schriftelijke stageovereenkomst waaruit blijkt dat de leerling leeractiviteiten ontplooit in het kader van het stageplan.
2.
Het bevoegd gezag wijst op de school een stageleraar aan die belast is met het toezicht op de leerling gedurende de stage. De stagebieder wijst een stagebegeleider aan die bij hem werkzaam is en belast is met de begeleiding van de leerling.
3.
De stageovereenkomst omvat in elk geval:
- a.
de leeractiviteiten die de leerling bij de aangewezen stagebieder op een of meer specifieke stageplaatsen moet ontplooien;
- b.
de aanvangsdatum, de einddatum en de tijden van de leeractiviteiten;
- c.
een regeling voor de begeleiding van de leerling bij de stagebieder waarin in elk geval wordt geregeld welk aandeel in de begeleiding door de stageleraar respectievelijk door de stagebegeleider wordt verzorgd;
- d.
de wijze waarop de stagebieder bij de beoordeling van de leeractiviteiten wordt betrokken;
- e.
een regeling die de inspectie in staat stelt toezicht te houden op de leeractiviteiten.
4.
De stageovereenkomst bepaalt ook:
- a.
wie de verzekering sluit tegen het financiële risico van ongevallen en tegen wettelijke aansprakelijkheid van de leerling voor de tijd dat deze zich bevindt bij de stagebieder; en
- b.
ten laste van wie de verzekeringspremie zal komen.