Einde inhoudsopgave
Regeling dierlijke producten
Artikel 3.4 Aanvullende verbodsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2023
- Bronpublicatie:
30-06-2023, Stcrt. 2023, 18772 (uitgifte: 07-07-2023, regelingnummer: WJZ/ 30672823)
- Inwerkingtreding
01-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-06-2023, Stcrt. 2023, 18772 (uitgifte: 07-07-2023, regelingnummer: WJZ/ 30672823)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Het is de houder van landbouwhuisdieren, met uitzondering van pelsdieren, verboden keukenafval, etensresten of voedermiddelen die keukenafval bevatten of daarvan afkomstig zijn als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel b, van verordening (EG) nr. 1069/2009 voorhanden te hebben, tenzij het keukenafval of etensresten betreft dat is ontstaan in de huishouding van de houder en buiten het bereik van die dieren en uitsluitend verpakt voorhanden wordt gehouden in afwachting van afvoer.
2.
Het is verboden keukenafval, etensresten of voedermiddelen die keukenafval of etensresten bevatten of daarvan afkomstig zijn als bedoeld in het eerste lid te vervoeren naar plaatsen waar landbouwhuisdieren, met uitzondering van pelsdieren, worden gehouden of af te leveren aan die houders.
3.
Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op het voorhanden hebben van gebruikte frituuroliën en -vetten, afkomstig van particuliere huishoudens, op kinderboerderijen indien de kinderboerderij de nodige maatregelen heeft genomen om te verzekeren dat de ingezamelde gebruikte frituuroliën en -vetten niet in aanraking komen met de gehouden landbouwhuisdieren dan wel terechtkomen in diervoeder voor landbouwhuisdieren.
4.
Het verbod, bedoeld in het tweede lid, is niet van toepassing op het rechtstreekse, niet-beroepsmatige vervoer van gebruikte frituuroliën en -vetten afkomstig van particuliere huishoudens naar, en de aflevering van deze producten aan, kinderboerderijen.