Bijlage 3 Optische tekens van schepen

1

Lid 1: De sektoren waarover het toplicht, de boordlichten en het heklicht zichtbaar zijn.

2

Lid 1: Lengte tot 110 m.

3

Lid 2: Lengte meer dan 110 m.

4

Lid 1: Motorschip aan de kop van een varende sleep.

5

Lid 2: Sleep aan de kop waarvan verscheidene motorschepen naast elkaar varen.

6

Lid 3: Gesleepte schepen.

7

Lid 3 onder a: Lengte in een sleep langer dan 110 m.

8

Lid 3 onder b: Lengte in een sleep bestaande uit meer dan twee langszijde van elkaar vastgemaakte schepen.

9

Lid 4: Schip als laatste lengte van een sleep.

10

Lid 4: Meerdere schepen als laatste lengte van een sleep.

11

Lid 1: Duwstel.

12

Lid 1 onder c: Behalve de duwboot twee of meer andere schepen van achteren over de volle breedte zichtbaar.

13

Lid 2: Twee duwboten.

14

Leden 3 en 4: Gesleept duwstel.

15

Lid 1: Twee motorschepen.

16

Lid 1: Een motorschip en een schip dat geen motorschip is.

17

Artikel 3.12 Zeilschepen

18

Lid 1 onder a, b en c: Klein motorschip.

19

Lid 1 onder d, e en f: Klein motorschip met de boordlichten onmiddellijk naast elkaar of in één lantaarn verenigd.

20

Lid 1 onder f: Klein motorschip met een rondom schijnend licht.

21

Lid 3: Gesleept of langszijde vastgemaakt voortbewogen klein schip.

22

Lid 4: Klein zeilschip.

23

Lid 4: Klein zeilschip waarbij de boordlichten en het heklicht in één lantaarn aan de top van de mast verenigd zijn.

24

Lid 4: Klein zeilschip met een rondom schijnend licht dat tevens bij het naderen van een ander schip een tweede licht toont.

25

Lid 5: Klein schip dat noch door middel van een motor noch door middel van zeilen wordt voortbewogen.

26

Leden 1 en 6: Klein schip dat gelijktijdig door middel van zeilen en door een motor wordt voortbewogen.

27a

27b

Lid 1: Bepaalde brandbare stoffen, bedoeld in het ADN

28a

28b

Lid 2: Bepaalde voor de gezondheid schadelijke stoffen, bedoeld in het ADN

29

Lid 3: Bepaalde ontplofbare stoffen, bedoeld in het ADN

30

Lid 4: Duwstel.

31

Lid 4: Gekoppeld samenstel.

32

Lid 5: Duwstel met twee duwboten.

33

Artikel 3.15 Schepen die meer dan 12 passagiers mogen vervoeren en waarvan de maximale lengte van de romp minder dan 20 m is

34

Lid 1: Niet-vrijvarende veerpont.

35

Lid 2: Meest bovenstrooms gelegen ankerschuit of drijver van een veerpont aan een langskabel.

36

Lid 3: Vrijvarende veerpont.

37

Artikel 3.17 Schepen die recht van voorrang hebben

38

Artikel 3.18 Onmanoeuvreerbare schepen

39

Artikel 3.19 Drijvende voorwerpen en drijvende inrichtingen

40

Lid 1: Schip met uitzondering van een klein schip, een veerpont en een drijvend werktuig in bedrijf.

41

Lid 2: Klein schip met uitzondering van een bijboot.

42

Artikel 3.21 Stilliggende schepen die bepaalde gevaarlijke stoffen vervoeren

43

Duwstellen.

44

Gekoppeld samenstel.

45

Lid 1: Niet-vrijvarende veerpont.

46

Lid 2: Vrijvarende veerpont.

47

Artikel 3.23 Drijvende voorwerpen en drijvende inrichtingen

48

Artikel 3.24 Vissersschepen met netten of uitleggers

49a

49b

Lid 1 onder a: doorvaart aan beide zijden vrij.

50a

50b

Lid 1 onder a en b: doorvaart aan één zijde vrij.

51

Lid 1 onder c: bescherming tegen hinderlijke waterbeweging; doorvaart aan beide zijden vrij.

52

Lid 2: Vastgevaren of gezonken schepen; doorvaart aan één zijde vrij.

53

Lid 1 en 3: Schip met anker.

54

Leden 2 en 3: Drijvend voorwerp of drijvende inrichting met ankers.

55

Lid 4: Anker van een drijvend werktuig.

56

Artikel 3.27 Schepen van toezichthoudende ambtenaren.

57

Artikel 3.28 Schepen die werkzaamheden in de vaarweg uitvoeren.

58

Artikel 3.29 Bescherming tegen hinderlijke waterbeweging.

59

Artikel 3.30 Noodtekens.

60

Artikel 3.31 Verboden toegang aan boord.

61

Artikel 3.32 Verboden te roken, onbeschermd licht of vuur te gebruiken

62

Artikel 3.33 Verbod evenwijdig aan een schip ligplaats te nemen

63

Lid 3: Ontmoeten stuurboord op stuurboord.

64

Lid 3: Snel schip

65

Artikel 3.34: Bijkomende tekens van schepen die bij het duiken worden gebruikt.