Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 501 Compenserende maatregelen in geval van intrekking of beperking van de toegang
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Na een kennisgeving door een Partij (‘ontvangende Partij’) uit hoofde van artikel 500, lid 5, kan de andere Partij (‘vissende Partij’) compenserende maatregelen nemen die in verhouding staan tot de economische en maatschappelijke gevolgen van de wijzigingen van het niveau van en de voorwaarden voor de toegang tot de wateren. Die gevolgen wordt gemeten op basis van betrouwbaar bewijsmateriaal en niet louter op basis van gissingen en vage mogelijkheden. De vissende Partij kan de toegang tot haar wateren en de uit hoofde van artikel 21 aan visserijproducten toegekende preferentiële tariefbehandeling geheel of gedeeltelijk schorsen, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan de compenserende maatregelen die de werking van deze overeenkomst het minst verstoren.
2.
Een compenserende maatregel zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel kan op zijn vroegst van kracht worden zeven dagen nadat de vissende Partij de ontvangende Partij in kennis heeft gesteld van de voorgenomen schorsing uit hoofde van lid 1 van dit artikel en in ieder geval niet eerder dan op 1 februari voor wat betreft de in artikel 500, lid 5, punt c), beschreven situatie, 15 februari voor wat betreft bijlage 36 en 1 april voor wat betreft andere bestanden. De Partijen overleggen in het Gespecialiseerd Comité om tot een voor beide Partijen aanvaardbare oplossing te komen. In die kennisgeving wordt het volgende vermeld:
- a)
de datum waarop de vissende Partij voornemens is tot schorsing over te gaan; en
- b)
de te schorsen verplichtingen en het niveau van de voorgenomen schorsing.
3.
Na de kennisgeving van de compenserende maatregelen overeenkomstig lid 2 van dit artikel kan de ontvangende Partij verzoeken om de instelling van een scheidsgerecht op grond van artikel 739, zonder een beroep te doen op overleg overeenkomstig artikel 738. Het scheidsgerecht kan alleen nagaan of de compenserende maatregelen in overeenstemming zijn met lid 1 van dit artikel. Het scheidsgerecht behandelt de kwestie voor de toepassing van artikel 744 als een spoedeisend geval.
4.
Wanneer niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden voor het nemen van compenserende maatregelen zoals bedoeld in lid 1, worden die maatregelen onmiddellijk ingetrokken.
5.
Naar aanleiding van een veroordeling van de vissende Partij in de in lid 3 van dit artikel bedoelde procedure kan de ontvangende Partij het scheidsgerecht, binnen 30 dagen na de uitspraak, verzoeken om een niveau van schorsing van de verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst vast te stellen dat niet verder gaat dan het niveau van tenietdoening of uitholling dat wordt veroorzaakt door de toepassing van de compenserende maatregelen, indien het van oordeel is dat er sprake is van een significante onverenigbaarheid van de compenserende maatregelen met lid 1 van dit artikel. In het verzoek wordt een niveau van schorsing voorgesteld overeenkomstig de beginselen van lid 1 van dit artikel en de relevante beginselen van artikel 761. De ontvangende Partij kan het niveau van de schorsing van verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst niet eerder dan 15 dagen na de uitspraak toepassen, in overeenstemming met het door het scheidsgerecht vastgestelde niveau van schorsing.
6.
De Partijen beroepen zich niet op de WTO-Overeenkomst, noch op enige andere internationale overeenkomst om de andere Partij te beletten verplichtingen uit hoofde van dit artikel te schorsen.