Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 22 Vermijding van dubbele belasting
Geldend
Geldend vanaf 20-05-2000
- Bronpublicatie:
21-04-1999, Trb. 1999, 188 (uitgifte: 05-11-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-05-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-08-2000, Trb. 2000, 75 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Nederland is bevoegd bij het heffen van belasting van zijn inwoners in de grondslag waarnaar de belasting wordt geheven, de bestanddelen van het inkomen te begrijpen die overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag in Egypte mogen worden belast.
2.
Indien echter een inwoner van Nederland bestanddelen van het inkomen verkrijgt die volgens artikel 6, artikel 7, artikel 10, achtste lid, artikel 11, zesde lid, artikel 12, vijfde lid, artikel 13, eerste en tweede lid, artikel 14, artikel 15, eerste lid, artikel 18, derde lid, artikel 19, eerste lid (onderdeel a) en tweede lid en artikel 21, tweede lid, van dit Verdrag in Egypte mogen worden belast en die in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen, stelt Nederland deze inkomensbestanddelen vrij door een vermindering van zijn belasting toe te staan. Deze vermindering wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting. Te dien einde worden genoemde inkomensbestanddelen geacht te zijn begrepen in het totale bedrag van de bestanddelen van het inkomen die ingevolge die bepalingen van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
3.
Nederland verleent voorts een aftrek op de aldus berekende Nederlandse belasting voor die bestanddelen van het inkomen die volgens artikel 10, tweede lid, artikel 11, tweede lid, artikel 12, tweede lid, artikel 13, vijfde lid, artikel 16, artikel 17 en artikel 18, eerste en tweede lid, van dit Verdrag in Egypte mogen worden belast, voor zover deze bestanddelen in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen. Het bedrag van deze aftrek is gelijk aan de in Egypte over deze bestanddelen van het inkomen betaalde belasting, maar bedraagt niet meer dan het bedrag van de vermindering die zou zijn verleend indien de aldus in het inkomen begrepen bestanddelen van het inkomen de enige bestanddelen van het inkomen zouden zijn geweest die uit hoofde van de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
4.
Niettegenstaande de bepalingen van het tweede lid, verleent Nederland een aftrek op de Nederlandse belasting voor de in Egypte betaalde belasting op bestanddelen van het inkomen die volgens artikel 7, artikel 10, achtste lid, artikel 11, zesde lid, artikel 12, vijfde lid, artikel 14, en artikel 21, tweede lid, van dit Verdrag in Egypte mogen worden belast, voor zover deze bestanddelen in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen, indien en voor zover Nederland uit hoofde van de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting een aftrek verleent op de Nederlandse belasting voor de in een ander land over die bestanddelen van het inkomen geheven belasting. Voor de berekening van deze aftrek zijn de bepalingen van het derde lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing.
5.
Wat Egypte betreft, indien inkomen volgens de bepalingen van dit Verdrag is onderworpen aan belasting in beide Verdragsluitende Staten, wordt tegemoetkoming van dubbele belasting verleend in overeenstemming met het volgende. Nederlandse belasting met betrekking tot inkomen verkregen uit Nederland wordt verrekend met Egyptische belasting met betrekking tot dat inkomen. Indien dat inkomen bestaat uit dividend betaald door een lichaam dat inwoner is van Nederland aan een lichaam dat inwoner is van Egypte en dat onmiddellijk of middellijk ten minste 10 percent van het aandelenkapitaal van het eerstgenoemde lichaam bezit, wordt bij de verrekening rekening gehouden met de Nederlandse belasting die dat lichaam verschuldigd is over het deel van de winst waaruit het dividend is betaald. De verrekening overschrijdt echter niet dat deel van de Egyptische belasting, zoals berekend vóór het verlenen van de verrekening, dat kan worden toegerekend aan die inkomensbestanddelen.