Einde inhoudsopgave
Regeling SUWI
Bijlage XXIII
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2009
- Bronpublicatie:
23-12-2008, Stcrt. 2008, 253 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: UB/S/2008/34777)
- Inwerkingtreding
01-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2008, Stcrt. 2008, 253 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: UB/S/2008/34777)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid re-integratie / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid werkloosheid / Algemeen
Arbeidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Decentralisatie
Sociale zekerheid re-integratie / Algemeen
betreffende een nadere toelichting op artikel 5.10c, achtste lid, en artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling
Inleiding
Doelmatigheid is een begrip dat op verschillende manieren kan worden gedefinieerd.
Een gangbaar onderscheid is die tussen ‘doelmatigheid van bedrijfsvoering’ en ‘doelmatigheid van beleid’. Bij ‘doelmatigheid van bedrijfsvoering’ staat de samenhang tussen de geleverde prestaties (producten of diensten) — uitgedrukt in kwantiteit én kwaliteit — en de ingezette middelen centraal. De ‘doelmatigheid van beleid’ benadert doelmatigheid op een hoger abstractieniveau, waarbij de relatie tussen beoogde effecten en ingezette middelen centraal staat.
In de context van de Wet SUWI gaat het om de doelmatigheid van de uitvoering van de sociale verzekeringen en wetten in het verstreken boekjaar en de vraag of het beheer en de organisatie van de rechtspersoon voldoen aan eisen van doelmatigheid. De uitwerking van het doelmatigheidsbegrip die in het kader van de Regeling SUWI wordt gegeven heeft betrekking op de doelmatigheid van bedrijfsvoering.
Definitie doelmatigheid
Een organisatie is doelmatig als er een goed evenwicht is tussen de geleverde prestaties (primair in kwantiteit en secundair in kwaliteit) en de door haar ingezette middelen.
In aansluiting op de definitie van doelmatigheid werken UWV, SVB, IB en BKWI hun eigen toetsingskader uit.
Minimumeisen toetsingskader
Het toetsingskader dient aan de volgende minimumeisen te voldoen:
- 1.
het kader gaat in op de maatregelen die de organisatie heeft genomen om de doelmatigheid inzichtelijk te maken;
- 2.
het kader gaat in op de wijze waarop de organisatie verantwoording aflegt over de mate waarin prestaties (producten of diensten) conform de afspraken met de Minister zijn gerealiseerd. Hierbij moet de organisatie aspecten meenemen die een uitspraak doen over het aantal producten, diensten of klanten alsmede over de kwaliteit van de producten of diensten. Kwaliteitsaspecten kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op klanttevredenheid, het aantal klachten en rechtmatigheid;
- 3.
het kader gaat in op de wijze waarop de organisatie duidelijkheid verschaft over de middelen die nodig zijn geweest voor het realiseren van de onderscheiden producten of diensten;
- 4.
het kader gaat in op de wijze waarop de organisatie duidelijkheid verschaft over de relatie tussen de gerealiseerde prestaties en de daarbij verbruikte middelen. Hierbij dient de gerealiseerde doelmatigheid te worden afgezet tegen de eventueel bij de begroting van jaar t bepaalde doelstelling m.b.t. te realiseren doelmatigheid ten opzichte van jaar t-1;
- 5.
indien de organisatie niet aan de bovenstaande minimumeisen kan voldoen dient een uitleg te worden gegeven over de reden hiervoor en dient de organisatie aan te geven hoe en wanneer de gedefinieerde eindsituatie zal worden bereikt.
Rol van de accountant
De accountant gaat in de context van de Wet SUWI in zijn verslag van bevindingen in op de vraag of het beheer en de organisatie van de rechtspersoon voldoet aan de eisen van doelmatigheid.
De accountant heeft als taak in zijn verslag van bevindingen te rapporteren over de ordelijke en controleerbare totstandkoming van de verantwoording over de doelmatigheid.
De accountant stelt in dit verband ook vast of de organisatie een toetsingskader hanteert dat voldoende rekening houdt met de in deze toelichting benoemde minimumeisen.