Einde inhoudsopgave
Statuut voor de personeelsleden van Europol
Artikel 91
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1999
- Bronpublicatie:
03-12-1998, PbEG 1999, C 26 (uitgifte: 30-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-12-1998, PbEG 1999, C 26 (uitgifte: 30-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
De functionaris tegen wie een andere tuchtmaatregel dan ontslag of beëindiging van de arbeidsovereenkomst is genomen, kan elk jaar, doch ten vroegste een jaar nadat de maatregel is genomen, verzoeken dat alle aanwijzingen betreffende de op hem toegepaste tuchtmaatregel uit de stukken van zijn persoonsdossier worden verwijderd.
De directeur beslist, na advies van de tuchtraad indien deze bij de tuchtprocedure is ingeschakeld, of aan dit verzoek moet worden voldaan; in dat geval moet de betrokkene inzage worden verleend van het persoonsdossier in de nieuwe samenstelling.
Indien tegen een functionaris die is aangeworven bij een bevoegde autoriteit als bedoeld in artikel 2, lid 4, van de Europol-overeenkomst, een tuchtmaatregel als bedoeld in artikel 88, lid 2, onder d), e) of f), wordt genomen, moet de directeur de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen. Indien een andere tuchtmaatregel is genomen, beslist de directeur of de bevoegde autoriteit al dan niet in kennis wordt gesteld.
De vorige alinea is mutatis mutandis van toepassing wanneer overeenkomstig dit artikel alle aanwijzingen betreffende de tuchtmaatregel uit de stukken van het persoonsdossier van de functionaris zijn verwijderd.