Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2019/1153 tot vaststelling van regels ter vergemakkelijking van het gebruik van financiële en andere informatie voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van bepaalde strafbare feiten, en tot intrekking van Besluit 2000/642/JBZ van de Raad
Artikel 6 bis Transactiegegevens
Geldend
Geldend vanaf 09-07-2024
- Bronpublicatie:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1654 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1654)
- Inwerkingtreding
09-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1654 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1654)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat financiële instellingen en kredietinstellingen, met inbegrip van aanbieders van cryptoactivadiensten, voldoen aan de overeenkomstig lid 2 vastgestelde technische specificaties wanneer zij overeenkomstig het nationale recht antwoorden op verzoeken om transactiegegevens die door bevoegde autoriteiten zijn afgegeven in het kader van een strafrechtelijk onderzoek, met inbegrip van de identificatie, opsporing en bevriezing van vermogensbestanddelen in verband met een dergelijk onderzoek.
2.
De Commissie is bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen technische specificaties vast te stellen met het oog op de vaststelling van het gestructureerde elektronische formaat en de technische middelen die moeten worden gebruikt voor het verstrekken van transactiegegevens. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 22, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Bij de vaststelling van dergelijke uitvoeringshandelingen houdt de Commissie rekening met de ontwikkelingen in de desbetreffende normen voor het berichtenverkeer van financiële diensten.