Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen 2020
2.7.1 Afspiegelingsbeginsel
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2020
- Redactionele toelichting
De dag van de datum van afkondiging is gezet op 01.
- Bronpublicatie:
01-09-2020, Internet 2020, www.uwv.nl (uitgifte: 01-09-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-09-2020, Internet 2020, www.uwv.nl (uitgifte: 01-09-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid werkloosheid / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
Zoals in paragraaf 2.5 ‘Nadere toelichting: eerst beëindigen andere arbeidsrelaties’ is beschreven volgt uit de wet- en regelgeving dat de werkgever bij het vervallen van arbeidsplaatsen eerst afscheid moet nemen van personen/werknemers uit groep 1 die werkzaam zijn in de betreffende categorie uitwisselbare functies van de onderneming of bedrijfsvestiging. Pas als daarmee de noodzakelijke personeelsinkrimping niet (voldoende) kan worden gerealiseerd, komen werknemers in dezelfde categorie uitwisselbare functies uit achtereenvolgens groep 2, 3, 4 en 5 voor ontslag in aanmerking. De werknemers uit groep 2, 3 en 4 tellen wel mee bij de berekening van het aantal werknemers dat uit de verschillende leeftijdscategorieën voor ontslag in aanmerking komt, maar moeten op grond van artikel 7:671a, lid 5 BW en artikel 17 Ontslagregeling vervolgens bij voorrang worden ontslagen. Als een leeftijdsgroep daardoor al voldoende heeft bijgedragen, hoeven geen andere werknemers uit die leeftijdsgroep voor ontslag te worden voorgedragen. Als een werknemer tegelijkertijd meerdere arbeidsovereenkomsten voor bepaalde of onbepaalde tijd heeft, dan tellen de arbeidsovereenkomsten samen als één fysieke arbeidsplaats.1. Als de tijdelijke arbeidsovereenkomst binnen 26 weken eindigt, dan moet de werkgever bij voorrang dit tijdelijke contract beëindigen.
Ter toelichting: artikel 11 lid 1 van de Ontslagregeling geeft aan dat op basis van het afspiegelingsbeginsel bepaald moet worden welke werknemer voor ontslag in aanmerking komt. Het komt er samengevat op neer dat het personeelsbestand zo moet worden ingekrompen dat de leeftijdsopbouw van de werknemers (inclusief payrollwerknemers) binnen de categorie uitwisselbare functies voor en na de reorganisatie verhoudingsgewijs zoveel mogelijk gelijk blijft en dat binnen elke leeftijdsgroep de werknemer met het kortste dienstverband als eerste voor ontslag in aanmerking komt. Het gaat daarbij om het vervallen van fysieke arbeidsplaatsen ongeacht op welke basis (vast en/of tijdelijk) of met welke urenomvang (voltijd of deeltijd) de werknemers werkzaam zijn.
De werknemers in groep 2, 3, 4 en 5 zijn:
- —
werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt (groep 2);
- —
werknemers met een arbeidsovereenkomst waarin de omvang van de arbeid niet is vastgelegd, oproepkrachten met een nul-urencontract (groep 3);
- —
werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van wie het contract binnen ten hoogste 26 weken na datum beschikking eindigt (groep 4);
- —
werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd waarvan de looptijd meer dan 26 weken bedraagt, te rekenen vanaf de datum beschikking (groep 5); en
- —
werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (groep 5).
Alle werknemers2. (inclusief payrollwerknemers) van de onderneming of bedrijfsvestiging in groep 2, 3, 4 en 5, die op de peildatum in een categorie uitwisselbare functies werkzaam zijn, worden ingedeeld in vijf leeftijdsgroepen, te weten:
- —
de leeftijdsgroep van 15 tot 25 jaar;
- —
de leeftijdsgroep van 25 tot 35 jaar;
- —
de leeftijdsgroep van 35 tot 45 jaar;
- —
de leeftijdsgroep van 45 tot 55 jaar;
- —
de leeftijdsgroep vanaf 55 jaar.
De regels voor de bepaling van de duur van het dienstverband zijn opgenomen in artikel 15 van de Ontslagregeling. Daar waar payrollwerknemers werkzaam zijn in de categorie uitwisselbare functies waarbinnen arbeidsplaatsen komen te vervallen, moet de werkgever/opdrachtgever informatie overleggen over de aard en de duur van het dienstverband van de payrollwerknemer bij hem (zie artikel 20 van de Ontslagregeling).
Als op de datum van de beslissing op de aanvraag blijkt dat een werknemer bij de afspiegelingsberekening is ingedeeld in de leeftijdsgroep vanaf 55 jaar en niet voor ontslag in aanmerking komt, maar inmiddels (na de peildatum) AOW-gerechtigd is geworden en om die reden wel voor ontslag in aanmerking komt (groep 2), vloeit uit de regelgeving voort dat (in beginsel) de niet AOW-gerechtigde werknemer met het langste dienstverband in de leeftijdsgroep vanaf 55 jaar, die voor ontslag is voorgedragen, alsnog niet voor ontslag in aanmerking komt.
Voor werknemers met een contract dat binnen 26 weken eindigt kan zich een vergelijkbare situatie voordoen. Bijvoorbeeld als de arbeidsovereenkomst, berekend op de peildatum, niet binnen 26 weken eindigt en de werknemer op grond van het afspiegelingsbeginsel niet voor ontslag in aanmerking komt. Als op de datum van de beslissing blijkt dat het contract van deze werknemer binnen 26 weken afloopt, valt de werknemer in groep 4 en moet de werkgever alsnog eerst van deze werknemer afscheid nemen. Gevolg is dat in beginsel de werknemer met het langste dienstverband in dezelfde leeftijdsgroep, die voor ontslag is voorgedragen, niet meer voor ontslag in aanmerking komt.
Ook kan het voorkomen dat op de datum van de beslissing op de aanvraag blijkt dat een werknemer, die op grond van het afspiegelingsbeginsel niet voor ontslag in aanmerking komt, binnen 26 weken, te rekenen vanaf datum beslissing, extra zal vertrekken. Bijvoorbeeld via opzegging of ontbinding door de rechter (om andere dan bedrijfseconomische redenen) of vanwege het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Indien dit vertrek op de datum van de beslissing op de aanvraag vaststaat, vloeit uit de regelgeving ook voort dat de werknemer met het langste dienstverband in de betreffende leeftijdsgroep, die voor ontslag is voorgedragen, alsnog niet voor ontslag in aanmerking komt. Zie rekenvoorbeeld 5 voor de situatie dat de leeftijdsgroep is uitgeput.
Voetnoten
Als de arbeidsovereenkomsten verschillende functies betreffen die niet uitwisselbaar zijn, dan bezet de werknemer twee arbeidsplaatsen. De werknemer staat dan voor elke functie op een andere afspiegellijst.
Met uitzondering van de werknemers met een arbeidsovereenkomst waarop Nederlands (ontslag)recht niet van toepassing is (zie paragraaf 2.8.3).