Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het onderzoek en de stempeling van edelmetalen werken
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 27-02-2010
- Bronpublicatie:
09-01-2001, Trb. 2005, 156 (uitgifte: 03-05-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
09-01-2001, Trb. 2005, 156 (uitgifte: 03-05-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
27-02-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-12-2011, Trb. 2011, 275 (uitgifte: 28-12-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
28-12-2011, Trb. 2011, 275 (uitgifte: 28-12-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien een invoerende Verdragsluitende Staat of één van zijn bevoegde waarborginstellingen redenen heeft om aan te nemen dat een waarborginstelling van een uitvoerende Verdragsluitende Staat het Gemeenschappelijk Keurmerk heeft aangebracht zonder te hebben voldaan aan de desbetreffende bepalingen van dit Verdrag, wordt de waarborginstelling die de voorwerpen zou hebben afgeslagen onmiddellijk geraadpleegd en verleent deze waarborginstelling onverwijld alle in redelijkheid te verlangen bijstand voor het onderzoek van de aangelegenheid. Indien er geen bevredigende regeling wordt bereikt, kan elk der partijen de aangelegenheid voorleggen aan de Permanente Commissie door middel van kennisgeving aan haar Voorzitter. In dat geval belegt de Voorzitter een bijeenkomst van de Permanente Commissie.
2.
Indien een aangelegenheid aan de Permanente Commissie is voorgelegd krachtens het eerste lid, kan de Permanente Commissie, na de betrokken partijen de gelegenheid te hebben geboden om te worden gehoord, aanbevelingen doen inzake de te ondernemen stappen.
3.
Indien een aanbeveling zoals bedoeld in het tweede lid niet binnen een redelijke tijd is opgevolgd, of indien de Permanente Commissie geen aanbeveling heeft gedaan, kan de invoerende Verdragsluitende Staat op voorwerpen van edelmetaal die door die bepaalde waarborginstelling zijn afgeslagen en zijn grondgebied binnenkomen, het extra toezicht houden dat hij noodzakelijk acht, zulks met inbegrip van het recht tijdelijk te weigeren zulke voorwerpen te aanvaarden. Deze maatregelen worden onmiddellijk ter kennis gebracht van alle Verdragsluitende Staten en worden van tijd tot tijd getoetst door de Permanente Commissie.
4.
Wanneer er aanwijzingen zijn van herhaalde en ernstige verkeerde toepassing van het Gemeenschappelijk Keurmerk kan de invoerende Verdragsluitende Staat tijdelijk weigeren voorwerpen voorzien van het waarborgmerk van de betrokken waarborginstelling te aanvaarden, ongeacht of deze zijn onderzocht en afgeslagen in overeenstemming met dit Verdrag. In dat geval stelt de invoerende Verdragsluitende Staat onmiddellijk alle andere Verdragsluitende Staten daarvan in kennis en komt de Permanente Commissie binnen een maand bijeen om de aangelegenheid te bestuderen.