Einde inhoudsopgave
Administratieve Schikking voor de toepassing van het Verdrag van 30 november 1979 betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden
Artikel 11 Verstrekkingen in geval van overbrenging van de woonplaats naar het grondgebied van een andere Verdragsluitende Partij dan de bevoegde Staat of van het zich met toestemming begeven naar zodanig grondgebied om er een behandeling te ondergaan
Geldend
Geldend vanaf 01-12-1987
- Bronpublicatie:
26-11-1987, Trb. 1988, 63 (uitgifte: 07-06-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-1987
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-12-1987, Trb. 1987, 191 (uitgifte: 24-12-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden (Trb. 1981, 43).
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 16, eerste lid, sub b)i) van het Verdrag, legt de rijnvarende aan het orgaan van de woonplaats een bewijs over waarin wordt verklaard dat hij het recht op deze verstrekkingen mag behouden. In dit bewijs, dat op verzoek van de belanghebbende door het bevoegde orgaan voor zijn vertrek wordt afgegeven, wordt in voorkomend geval met name de maximumduur vermeld waarover volgens de wetgeving van de bevoegde Staat verstrekkingen mogen worden verleend. Het bewijs kan op verzoek van de belanghebbende na diens vertrek worden afgegeven, wanneer het wegens overmacht niet voordien kon worden opgemaakt.
2.
Artikel 9, vijfde en zesde lid van deze Schikking is van overeenkomstige toepassing.
3.
Het eerste lid van dit artikel is van overeenkomstige toepassing in het geval bedoeld in artikel 16, eerste lid, sub c)i) van het Verdrag.