Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie
Artikel 36 Verklaringen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2002
- Bronpublicatie:
27-01-1999, Trb. 2000, 130 (uitgifte: 30-10-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2002, Trb. 2002, 109 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Iedere Staat kan, op het tijdstip van ondertekening of bij de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, verklaren dat hij de actieve en passieve omkoping van buitenlandse overheidsfunctionarissen in de zin van artikel 5, van internationale ambtenaren in de zin van artikel 9 of van rechters en ambtenaren bij internationale gerechtshoven in de zin van artikel 11, als strafbare feiten aan zal merken, slechts voor zover de overheidsfunctionaris of de rechter een handeling verricht of nalaat te verrichten in strijd met zijn plichten.