Einde inhoudsopgave
Traktaat tot definitieve regeling der wederzijdsche regten en belangen
Artikel 65
Geldend
Geldend vanaf 05-02-1843
- Bronpublicatie:
05-11-1842, Stb. 1843, 3 (uitgifte: 07-02-1843, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
05-02-1843
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-11-1842, Stb. 1843, 3 (uitgifte: 07-02-1843, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De wederzijdsche verpligtingen der beide Gouvernementen betreffende de verdeeling der openbare schuld van het voormalige Koningrijk der Nederlanden, en de verevening der schuldvorderingen en reclamatien hierboven vermeld, door de bepalingen der beide voorafgaande artikelen geregeld zijnde, zullen door de uitvoering dier bepalingen alle vorderingen en aanspraken uit dien hoofde van weerszijden vervallen en ontzegd zijn.
2.
Het is de bedoeling, dat de rente op het Amsterdamsche Grootboek ingeschreven, als bij art. 69 van de Weener akte vermelde schadevergoeding voor het gemis der inkomsten uit de Souvereiniteits-regten van het Hertogdom Bouillon voortvloeijende, in gemelde bepalingen niet is begrepen, en dat die rente blijft ten laste van de Nederlandsche schatkist.