Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de criteria en instrumenten om te bepalen welke staat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat wordt ingediend in Denemarken of een andere lidstaat van de Europese Unie en ‘Eurodac’ voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin
Artikel 4 Uitvoeringsmaatregelen
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2006
- Bronpublicatie:
13-03-2005, PbEU 2006, L 66 (uitgifte: 08-03-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2006, PbEU 2006, L 96 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
1.
Denemarken neemt niet deel aan de goedkeuring van adviezen van het comité bedoeld in artikel 27, lid 2, van de ‘verordening Dublin II’ en in artikel 23, lid 2, van de ‘Eurodac-verordening’ of aan de goedkeuring van krachtens artikel 22 van de ‘Eurodac-verordening’ aangenomen uitvoeringsmaatregelen. Krachtens artikel 27, lid 2, van de ‘verordening Dublin II’ of krachtens artikel 23, lid 2, van de ‘Eurodac-verordening’ aangenomen uitvoeringsmaatregelen en krachtens artikel 22 van de ‘Eurodac-verordening’ aangenomen uitvoeringsmaatregelen zijn niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken.
2.
Wanneer uitvoeringsmaatregelen worden aangenomen krachtens artikel 27, lid 2, van de ‘verordening Dublin II’ en krachtens artikel 22 of 23, lid 2, van de ‘Eurodac-verordening’, worden de uitvoeringsmaatregelen ter kennis van Denemarken gebracht. Denemarken stelt de Commissie in kennis van zijn besluit om de inhoud van de uitvoeringsmaatregelen al dan niet toe te passen. De kennisgeving geschiedt na ontvangst van de uitvoeringsmaatregelen of binnen 30 dagen hierna.
3.
De kennisgeving moet de vermelding bevatten dat alle vereiste administratieve maatregelen in Denemarken in werking treden op de datum van inwerkingtreding van de uitvoeringsmaatregelen, of in werking zijn getreden op de datum van de kennisgeving, naargelang welke datum de laatste is.
4.
Een kennisgeving van Denemarken dat de inhoud van de uitvoeringsmaatregelen in Denemarken ten uitvoer is gelegd, schept wederzijdse verplichtingen ingevolge het internationale recht tussen Denemarken en de Gemeenschap. De uitvoeringsmaatregelen maken dan deel uit van deze overeenkomst.
5.
Ingeval:
- a)
Denemarken kennis ervan geeft te hebben besloten geen uitvoering te geven aan de inhoud van de uitvoeringsmaatregelen, of
- b)
Denemarken geen kennisgeving doet binnen de in lid 2 vastgestelde termijn van 30 dagen
wordt deze overeenkomst als beëindigd beschouwd, tenzij de partijen anders beslissen binnen een termijn van 90 dagen. De overeenkomst eindigt drie maanden na afloop van de termijn van 90 dagen.
6.
Verzoeken die overeenkomstig de ‘ verordening Dublin II;’ zijn ingediend vóór de in lid 5 bedoelde datum van beëindiging van de overeenkomst worden hierdoor niet beïnvloed.
7.
Indien in uitzonderlijke gevallen voor de tenuitvoerlegging in Denemarken de goedkeuring van het parlement vereist is, moet dit worden vermeld in de in lid 2 bedoelde kennisgeving van Denemarken, en zijn de bepalingen van artikel 3, leden 5 tot en met 8, van toepassing.