Traktaat tot definitieve regeling der wederzijdsche regten en belangen
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 05-02-1843
- Bronpublicatie:
05-11-1842, Stb. 1843, 3 (uitgifte: 07-02-1843, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
05-02-1843
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-11-1842, Stb. 1843, 3 (uitgifte: 07-02-1843, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het Belgische Gouvernement zal, onder deszelfs verantwoordelijkheid jegens het Nederlandsche Gouvernement, aan eene maatschappij de regten kunnen overdragen, welke te zijnen behoeve voortvloeijen uit de bepalingen van art. XII van het traktaat van 19 April 1839, ten einde het kanaal of den weg daar te stellen, bij dat artikel vermeld.
2.
In geval van toepassing der tegenwoordige bepaling, zullen er termen zijn tot onteigening van de noodige gronden, ter zake van openbaar nut, volgens, de Nederlandsche wetgeving, en zulks op dezelfde wijze als of het Belgische Gouvernement voor zich zelf overging tot de werken voor de daarstelling en bearbeiding van den weg of het kanaal.