Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de winstbelasting 1940 [Nederlandse Antillen]
Artikel 7 [Giftenaftrek]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1940
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 31-12-1999 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa. De datum van afkondiging en de datum van publicatie is de datum van inwerkingtreding.
- Bronpublicatie:
01-05-1940, Publicatieblad Nederlandse Antillen 1940, 34 (uitgifte: 01-05-1940, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-1940
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-05-1940, Publicatieblad Nederlandse Antillen 1940, 34 (uitgifte: 01-05-1940, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Algemeen
1.
Van de winst zijn aftrekbaar door een lichaam bedoeld in het eerste lid van artikel 1, gedane giften aan binnen de Nederlandse Antillen gevestigde kerkelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke en het algemeen nut beogende instellingen. De giften moeten met schriftelijke bewijsstukken worden aangetoond.
2.
Voor de in het vorige lid bedoelde aftrek komen giften slechts in aanmerking indien en voorzover zij in totaal een ten honderd van de winst, met uitzondering van winstuitkeringen ingevolge artikel 11, nadat die winst is verminderd met het nog onverrekende verlies bedoeld in artikel 10, en tevens f 100 te boven gaan. De aftrek beloopt ten hoogste drie ten honderd van de op de voet van de vorige zin verminderde winst.
3.
Als giften worden voor de toepassing van het onderhavige artikel uitsluitend aangemerkt bevoordelingen uit vrijgevigheid en niet-verplichte bijdragen, indien en voorzover aan deze bevoordelingen en bijdragen geen op geld waardeerbare aanspraak wordt ontleend.