Einde inhoudsopgave
Wet grondslagen natuurbeheer en -bescherming BES
Artikel 28
Geldend
Geldend vanaf 25-01-2014
- Bronpublicatie:
18-12-2013, Stb. 2014, 14 (uitgifte: 17-01-2014, kamerstukken: 33773)
- Inwerkingtreding
25-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-01-2014, Stb. 2014, 31 (uitgifte: 24-01-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
1.
Onze Minister en het bestuurscollege, indien het betreft overtreding van voorschriften van de openbare lichamen, zijn bevoegd, indien een opgeslagen zaak niet binnen drie maanden na de opslag kan worden teruggegeven, deze te verkopen of, indien verkoop naar hun oordeel niet mogelijk is, de zaak om niet aan een derde in eigendom over te dragen of te laten vernietigen.
2.
Gelijke bevoegdheid hebben Onze Minister en het desbetreffende bestuurscollege ook binnen die termijn, zodra de aan de toepassing van bestuursdwang verbonden kosten, vermeerderd met de voor de verkoop, de eigendomsoverdracht om niet of de vernietiging geraamde kosten, in verhouding tot de waarde van de zaak onevenredig hoog worden.
3.
Verkoop, eigendomsoverdracht of vernietiging vinden niet plaats binnen twee weken na de verstrekking van het afschrift van het proces-verbaal betreffende het meevoeren en opslaan, tenzij het gevaarlijke stoffen of eerder aan bederf onderhevige stoffen betreft.
4.
Gedurende drie jaren na het tijdstip van verkoop heeft degene die op dat tijdstip eigenaar was, recht op de opbrengst van het goed onder aftrek van de aan de toepassing van bestuursdwang verbonden kosten van de verkoop.