Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 496 Visserijbeheer
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
2.
Een Partij baseert de in lid 1 bedoelde maatregelen op het beste beschikbare wetenschappelijke advies.
Een Partij past de in lid 1 bedoelde maatregelen niet toe op de vaartuigen van de andere Partij in haar wateren, tenzij zij dezelfde maatregelen ook toepast op haar eigen vaartuigen.
De tweede alinea doet geen afbreuk aan de verplichtingen van de Partijen uit hoofde van de Overeenkomst inzake havenstaatmaatregelen, de controle- en handhavingsmaatregelen van de Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan, de instandhoudings- en handhavingsmaatregelen van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan en Aanbeveling 18-09 van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen inzake havenstaatmaatregelen om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.
Het Gespecialiseerd Comité voor de visserij kan de lijst van reeds bestaande internationale verplichtingen, zoals bedoeld in de derde alinea, wijzigen.
3.
Elke Partij stelt de andere Partij in kennis van nieuwe, in lid 1 bedoelde maatregelen die waarschijnlijk gevolgen zullen hebben voor de vaartuigen van de andere Partij alvorens die maatregelen worden toegepast, waarbij de andere Partij voldoende tijd wordt gegund om opmerkingen in te dienen of om opheldering te vragen.