Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Internationaal Strafhof
Artikel 18
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2002
- Bronpublicatie:
20-06-2002, Stb. 2002, 314 (uitgifte: 27-06-2002, kamerstukken: 28098)
- Inwerkingtreding
01-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2002, Stb. 2002, 315 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De officier van justitie die van Onze Minister het verzoek tot overlevering heeft ontvangen, is bevoegd de aanhouding te bevelen, welk bevel in het gehele land ten uitvoer kan worden gelegd.
2.
De persoon wordt na zijn aanhouding binnen vierentwintig uren voor de officier van justitie geleid. Na de opgeëiste persoon, met inachtneming van de artikelen 55, tweede lid, en 59, tweede lid, van het Statuut, te hebben gehoord, kan de officier van justitie bevelen dat de opgeëiste persoon in verzekering gesteld zal blijven tot het tijdstip waarop de rechtbank over zijn gevangenhouding beslist.