Besluit rijden onder invloed BES
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2022
- Bronpublicatie:
15-02-2022, Stb. 2022, 77 (uitgifte: 18-02-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-03-2022, Stb. 2022, 142 (uitgifte: 06-04-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Handhaving verkeersvoorschriften
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
Bij de bloedafname is een opsporingsambtenaar aanwezig die:
- a.
een proces-verbaal opmaakt, voorzien van een sporenidentificatienummer en de naam, het geslacht, de geboortedatum, de geboorteplaats, het geboorteland en het paspoort- of sedulanummer van de verdachte, of, indien deze gegevens onbekend zijn, andere gegevens waarmee de identiteit van de verdachte kan worden vastgesteld;
- b.
een eventueel door de arts of verpleegkundige afgelegde schriftelijke verklaring over de door hem gedane waarnemingen ten aanzien van de verdachte als bijlage bij het proces-verbaal voegt;
- c.
ervoor zorgt dat ieder buisje met bloed is voorzien van een sporenidentificatienummer; en
- d.
ervoor zorgt dat de buisjes met bloed zo spoedig mogelijk worden bezorgd bij een laboratorium als bedoeld in artikel 8, tweede lid, in een bij ministeriële regeling voorgeschreven verpakking en voorzien van een fraudebestendige afsluiting.
2.
De opsporingsambtenaar wijst de verdachte bij de bloedafname erop dat hij het recht op tegenonderzoek heeft indien het verslag van het bloedonderzoek, bedoeld in artikel 10, tweede lid, het vermoeden bevestigt dat de eilandsverordening is overtreden, tenzij de bloedafname geschiedt in het kader van een tegenonderzoek.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de omstandigheden waaronder de buisjes of het buisje met bloed worden bewaard en vervoerd.