Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de internationale bescherming van volwassenen
Artikel 38
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2009
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is afkomstig van de Verdragenbank op www.minbuza.nl.
- Bronpublicatie:
13-01-2000, Trb. 2008, 139 (uitgifte: 07-07-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-01-2000, Trb. 2008, 139 (uitgifte: 07-07-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
1.
De autoriteiten van de Verdragsluitende Staat waar een beschermende maatregel is genomen of een vertegenwoordigingsbevoegdheid is bevestigd, kunnen aan de persoon aan wie de bescherming van de persoon of het vermogen van de volwassene is toevertrouwd, op zijn verzoek, een verklaring verstrekken waarin wordt aangegeven in welke hoedanigheid die persoon kan optreden en welke bevoegdheden hem zijn verleend.
2.
De in de verklaring aangegeven hoedanigheid en bevoegdheden worden geacht vast te staan met ingang van de datum van de verklaring, behoudens bewijs van het tegendeel.
3.
Elke Verdragsluitende Staat wijst de autoriteiten aan die bevoegd zijn de verklaring op te stellen.