Einde inhoudsopgave
Wet financiële markten BES
Artikel 8:22 (faillietverklaring op verzoek van DNB)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
01-12-2011, Stb. 2011, 612 (uitgifte: 20-12-2011, kamerstukken: 32784)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2012, Stb. 2012, 240 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
De Nederlandsche Bank dient een verzoek tot faillietverklaring van de kredietinstelling of verzekeraar in, indien haar blijkt dat de betrokken onderneming een negatief eigen vermogen heeft en hetzij het met de noodregeling te bereiken doel is of niet meer kan worden verwezenlijkt, hetzij – indien niet tevoren de noodregeling werd uitgesproken – geen redelijk vooruitzicht meer bestaat dat het met de noodregeling te bereiken doel alsnog kan worden verwezenlijkt.
2.
Bij de beoordeling van de omvang van het eigen vermogen van een verzekeraar met zetel in het buitenland worden uitsluitend de activa en passiva in aanmerking genomen die naar het oordeel van de Nederlandsche Bank behoren tot het vanuit de vestigingen in de openbare lichamen uitgeoefende verzekeringsbedrijf.
3.
De faillietverklaring wordt uitgesproken ongeacht of de kredietinstelling of verzekeraar verkeert in een toestand van te hebben opgehouden te betalen. De eerste titel van de Faillissementswet BES is overigens van toepassing.