Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de winstbelasting 1940 [Nederlandse Antillen]
Artikel 13 [Bedrijfsfusie]
Geldend
Geldend vanaf 18-08-2001
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 01-01-2005 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
03-08-2001, Publicatieblad Nederlandse Antillen 2001, 89 (uitgifte: 17-08-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
18-08-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-08-2001, Publicatieblad Nederlandse Antillen 2001, 89 (uitgifte: 17-08-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Algemeen
1.
Ingeval de belastingplichtige zijn bedrijf of een zelfstandig onderdeel daarvan in het kader van een bedrijfsfusie overdraagt aan een ander lichaam dat reeds belastingplichtig is of door de overname belastingplichtig wordt en dat andere lichaam niet op de voet van artikel 10 aanspraak kan maken op verrekening van verliezen, blijft, voor zover latere heffing is verzekerd, winst behaald met of bij de overdracht buiten aanmerking, mits de verkregen aandelen, bewijzen van deelgerechtigdheid of het verkregen lidmaatschap niet binnen drie jaren na de overdracht worden vervreemd en mits voor het bepalen van de winst bij beide belastingplichtigen dezelfde bepalingen van toepassing zijn. De Minister van Financiën kan ontheffing verlenen van het in de vorige volzin bedoelde vervreemdingsverbod.
2.
Met betrekking tot bedrijfsmiddelen, die op de voet van het eerste lid zijn overgedragen, treedt voor de toepassing van de artikelen 5, vierde lid, 5A, eerste en tweede lid, en 9A, achtste, negende en tiende lid, de belastingplichtige aan wie die bedrijfsmiddelen zijn overgedragen in de plaats van de belastingplichtige die zijn bedrijf of een zelfstandig onderdeel daarvan heeft overgedragen.
3.
Een bedrijfsfusie wordt aanwezig geacht indien een lichaam uitsluitend of nagenoeg uitsluitend tegen uitreiking van eigen aandelen of bewijzen van deelgerechtigdheid of tegen toekenning van een lidmaatschap een bedrijf of een zelfstandig onderdeel van een bedrijf van een ander lichaam verwerft.
4.
Bestaat er voor de overnemende belastingplichtige aanspraak op verrekening van verliezen of kan de belastingheffing uit andere hoofde alleen met behulp van nadere voorwaarden worden verzekerd, dan kan de Minister van Financiën op een gezamenlijk verzoek van de belastingplichtigen onder door hem nader te stellen voorwaarden de winst behaald met of bij de overdracht geheel of ten dele buiten aanmerking laten. Het verzoek wordt vóór de overdracht gedaan.
5.
Het eerste en tweede lid zijn uitsluitend van toepassing indien het overnemende lichaam is opgericht of ingesteld naar het recht van de Nederlandse Antillen, Nederland of Aruba en niet voor de toepassing van een Rijkswet of een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting als inwoner van een ander land dan de Nederlandse Antillen wordt aangemerkt.
6.
Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing indien het overnemende lichaam een Vrijgestelde Vennootschap is.
7.
De in het vierde lid bedoelde voorwaarden mogen slechts strekken ter verzekering van de heffing en de invordering van de belasting, welke verschuldigd zou zijn of zou worden ingeval het vierde lid buiten toepassing zou blijven. Onder die voorwaarden worden mede begrepen voorwaarden die betrekking kunnen hebben op het bepalen van de in een jaar genoten winst van de overnemende belastingplichtige, de toelaatbare reserves, de verrekening van verliezen, de vervreemding van de verkregen aandelen of bewijzen van deelgerechtigdheid en de overdracht van het toegekende lidmaatschap in de overnemende belastingplichtige.