Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit WVO 2020
Artikel 3.60 Algemene bepaling
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
14-10-2021, Stb. 2021, 521 (uitgifte: 05-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2021, Stb. 2022, 13 (uitgifte: 11-01-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
De bij of krachtens dit hoofdstuk gestelde bepalingen, met uitzondering van de artikelen 3.10 en 3.53, zijn ook van toepassing op het eindexamen bij een opleiding vavo aan een instelling voor educatie en beroepsonderwijs, tenzij in deze paragraaf hiervan wordt afgeweken, met dien verstande dat:
- a.
voor ‘bevoegd gezag’ telkens wordt gelezen ‘bevoegd gezag, bedoeld in artikel 1.1.1 WEB of artikel 1.1.1 WEB BES’;
- b.
voor ‘leerling’ telkens wordt gelezen ‘vavo-student’;
- c.
voor ‘school’ telkens wordt gelezen ‘instelling voor educatie en beroepsonderwijs’, met dien verstande dat in de artikelen 3.22 en 3.62 onder ‘school’ wordt verstaan ‘school voor voortgezet onderwijs’;
- d.
voor ‘rector of directeur’ of voor ‘rector of directeur en examensecretaris’ telkens wordt gelezen ‘de examencommissie vavo’.
2.
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
bevoegd gezag: het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 1.1.1. WEB of artikel 1.1.1 WEB BES;
examencommissie vavo: examencommissie voor een opleiding vavo, bedoeld in artikel 7.4.11, tweede lid, juncto artikel 7.4.5 WEB of artikel 7.4.13, tweede lid, juncto artikel 7.4.7 WEB BES;
instelling voor educatie en beroepsonderwijs: een instelling voor educatie en beroepsonderwijs, voor zover het gaat om door die instelling verzorgde opleidingen vavo.