Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken (Grensverdrag)
Artikel 54
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1963
- Bronpublicatie:
08-04-1960, Trb. 1960, 68 (uitgifte: 18-07-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-07-1963, Trb. 1963, 114 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Bondsrepubliek Duitsland zal de aanleg en de exploitatie toestaan van een hoogspannings-, een gas-, een water- en een telefoonleiding, die Zuid-Limburg met Midden-Limburg zullen verbinden over het in aanmerking komende in artikel 4 bedoelde gebied. De desbetreffende Duitse wettelijke voorschriften dienen in acht te worden genomen.
2.
Het tracé wordt in overeenstemming met de bevoegde Duitse autoriteiten vastgesteld. De telefoonleiding en, voor zover dat technisch mogelijk is, de leidingen voor gas en water zullen worden gelegd in de berm van de weg Schinveld—Koningsbosch.
3.
De Nederlandse eigenaren mogen de leidingen onderhouden en vernieuwen. Na de beëindiging der werkzaamheden dient het terrein waar deze werkzaamheden hebben plaatsgevonden in zijn oorspronkelijke toestand te worden hersteld. Indien in de weg Schinveld-Koningsbosch of in één van de die weg kruisende wegen of waterlopen veranderingen worden aangebracht, komen de kosten van een hierdoor noodzakelijke verplaatsing der leidingen ten laste van de Nederlandse eigenaren.
4.
De leidingen mogen zonder toestemming van de autoriteiten die naar Duits recht met het toezicht daarop zijn belast, slechts worden gebruikt ten behoeve van doorleiding, doch niet voor leveringen of diensten binnen de Bondsrepubliek Duitsland.
5.
De Nederlandse autoriteiten en ondernemingen zijn gerechtigd, de werktuigen en materialen welke voor de aanleg alsmede voor het onderhoud en de vernieuwing van de in lid 1 genoemde leidingen nodig zijn, vrij van in- en uitvoerverboden en -beperkingen en vrij van in- en uitvoerrechten en andere heffingen in de Bondsrepubliek Duitsland in te voeren en eventueel weer naar Nederland uit te voeren. De doorleiding van elektriciteit, gas en water door deze leidingen is niet onderworpen aan de omzetbelasting en de ‘Beförderungssteuer’ (vervoersbelasting) of toekomstige soortgelijke belastingen.