Einde inhoudsopgave
Wet tot instelling gemeenten Almere en Zeewolde
Artikel 30
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1984
- Bronpublicatie:
06-07-1983, Stb. 1983, 328 (uitgifte: 14-07-1983, kamerstukken: 17785 )
- Inwerkingtreding
01-01-1984
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-1983, Stb. 1983, 339 (uitgifte: 01-01-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
Voor zover ten aanzien van de in het in artikel 2, eerste en tweede lid, omschreven gebied gevestigde kleuter- en lagere scholen op de datum van inwerkingtreding van deze wet voor enig op die datum verstreken kalenderjaar de artikelen 47, eerste lid, en 75, derde lid, van de Kleuteronderwijswet onderscheidenlijk de artikelen 55ter, eerste lid, en 103, tweede lid, van de Lager-onderwijswet 1920 nog niet zijn toegepast, geschiedt dit door de raad van de gemeente Almere onderscheidenlijk Zeewolde.
2.
Bij de toepassing van artikel 73, derde lid, van de Kleuteronderwijswet onderscheidenlijk artikel 101, vierde lid, van de Lager-onderwijswet 1920 is met betrekking tot enig vijfjarig tijdvak, eindigende vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet, het bepaalde in het eerste lid van overeenkomstige toepassing. Voor het op die datum lopende vijfjarige tijdvak wordt de extra vergoeding voor de periode tot het jaar waarin deze datum valt, voor de in overgaand gebied gevestigde bijzondere scholen bepaald op het gemiddelde van de per lokaal en per kleuter onderscheidenlijk per leerling omgerekende overschrijdingsbedragen, berekend als had de onderhavige wijziging van de gemeentelijke indeling niet plaatsgevonden.
3.
Indien in verband met het bepaalde in de vorige leden een verrekening tussen de gemeenten Almere en Zeewolde onderling of tussen deze gemeenten en het openbaar lichaam dient plaats te vinden, is het bepaalde in artikel 15 ter zake van overeenkomstige toepassing.