Einde inhoudsopgave
Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving
Artikel 36
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
07-07-2010, Stb. 2010, 338 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 32020)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
De Raad zendt jaarlijks voor 1 oktober aan Onze Ministers een jaarplan en een begroting voor het daaropvolgende jaar.
2.
De begroting behelst een raming van de baten en lasten, een raming van de voorgenomen investeringsuitgaven en een raming van de inkomsten en uitgaven met een onderverdeling in de kosten, bedoeld in artikel 35, derde en vierde lid.
3.
In het jaarplan worden de begrotingsposten ieder afzonderlijk van een toelichting voorzien. De Raad onderscheidt de werkzaamheden per land.
4.
Tenzij de activiteiten waarop de begroting betrekking heeft nog niet eerder werden verricht, bevat de begroting een vergelijking met de begroting van het lopende jaar en de laatst goedgekeurde jaarrekening.
5.
Het besluit tot vaststelling van het jaarplan en de begroting behoeft de goedkeuring van Onze Ministers.
6.
Onze Ministers zenden het jaarplan naar de vertegenwoordigende organen.