Einde inhoudsopgave
Tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening
Artikel 16 Bezwaar en beroep
Geldend
Geldend van 26-03-2021 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
22-03-2021, Stcrt. 2021, 15327 (uitgifte: 25-03-2021, regelingnummer: 2021-0000050409)
- Inwerkingtreding
26-03-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-03-2021, Stcrt. 2021, 15327 (uitgifte: 25-03-2021, regelingnummer: 2021-0000050409)
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Sociale zekerheid werkloosheid / Bijzondere onderwerpen
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1.
De Minister verleent aan de Raad van Bestuur van het UWV mandaat, volmacht en machtiging om, in het kader van de uitvoering van de artikelen 19 tot en met 21, te beslissen op bezwaarschriften, het instellen en het in rechte optreden in beroep of hoger beroep, dan wel het afzien van hoger beroep, met uitzondering van besluiten waarbij het UWV het bezwaarschrift of beroepsschrift heeft ingediend.
2.
De Raad van Bestuur van het UWV kan ondermandaat verlenen of zijn andere vertegenwoordigingsbevoegdheden doorverlenen aan een of meer onder hem ressorterende functionarissen, met dien verstande dat de persoon die betrokken is bij het besluitvormingsproces van bezwaarschriften en het in rechte optreden in beroep of hoger beroep, niet ook betrokken is geweest bij het besluitvormingsproces in eerste aanleg.