Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 9.15
Geldend
Geldend vanaf 17-04-2024
- Bronpublicatie:
11-04-2024, Stcrt. 2024, 11805 (uitgifte: 16-04-2024, regelingnummer: ACM/UIT/611676)
- Inwerkingtreding
17-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-04-2024, Stcrt. 2024, 11805 (uitgifte: 16-04-2024, regelingnummer: ACM/UIT/611676)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
1.
De netbeheerder is verantwoordelijk voor de spannings- en blindvermogenshuishouding in het eigen net.
2.
Het blindvermogensbereik op het samenstel van alle aan de aansluiting tussen twee netten gerelateerde overdrachtspunten op één locatie (dat wil zeggen: per onderstation) is als volgt gespecificeerd:
- a.
regionale netten importeren uit het bovenliggende net maximaal 48% van de grootste waarde van de maximale import- en exportcapaciteit;
- b.
bij import of export van werkzaam vermogen van meer dan 25% van de importcapaciteit exporteren zij naar het bovenliggende net niet meer dan 10% van de grootste waarde van de maximale import- en exportcapaciteit.
3.
Op grond van het tweede lid komt het blindvermogensbereik overeen met het groene gebied in onderstaand P/Q-diagram.
4.
Bij import of export van werkzaam vermogen van niet meer dan 25% van de maximale importcapaciteit is het toegestaan dat regionale netten maximaal 10% van de grootste waarde van de maximale import- en exportcapaciteit exporteren naar het bovenliggende net indien dit geen aantoonbare knelpunten veroorzaakt in een van beide netten; in geval van aantoonbare hinder treden beide netbeheerders met elkaar in overleg en stellen een gezamenlijke analyse op met als doel maatregelen vast te stellen waarmee voldaan kan worden aan het gespecificeerde blindvermogensbereik.
5.
Indien het blindvermogensbereik niet voldoet aan het tweede en vierde lid, voeren de betrokken netbeheerders achtereenvolgens de volgende stappen uit:
- a.
zij stellen vast of één van beide netbeheerders knelpunten constateert met betrekking tot bijvoorbeeld spanningseisen of blindvermogenshuishouding;
- b.
indien knelpunten zijn geconstateerd, worden in beide betrokken netten de reeds aanwezige stationaire blindvermogenscompensatiemiddelen ingezet met als doel te voldoen aan het gespecificeerde blindvermogensbereik;
- c.
indien de inzet van de reeds aanwezige stationaire blindvermogenscompensatiemiddelen onvoldoende is om aan het gespecificeerde blindvermogensbereik te voldoen, verzoeken beide betrokken netbeheerders de producenten waarmee zij een overeenkomst tot levering of opname van blindvermogen hebben, om blindvermogen te compenseren met als doel te voldoen aan het gespecificeerde blindvermogensbereik;
- d.
Indien door toepassing van de in onderdeel b of c bedoelde maatregelen de knelpunten onvoldoende kunnen worden weggenomen, voeren de betrokken netbeheerders een gezamenlijke analyse uit die, met inachtneming van artikel 2 van de Samenwerkingscode elektriciteit, leidt tot het voldoen aan het gespecificeerde blindvermogensbereik door middel van:
- 1°
aanvullende overeenkomsten met producenten tot levering of opname van blindvermogen;
- 2°
investering in nieuwe stationaire blindvermogenscompensatiemiddelen; of
- 3°
investering in netverzwaring
6.
Een overeengekomen afwijking van het in het tweede en vierde lid gespecificeerde blindvermogensbereik wordt vastgelegd in de aansluit- en transportovereenkomst.
7.
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet coördineert de regeling van de trapstanden van de transformatoren van netten met een spanningsniveau groter dan of gelijk aan 110 kV naar netten met een spanningsniveau kleiner dan 110 kV.
8.
Het in het eerste tot en met zevende lid bepaalde is tevens van toepassing op gesloten distributiesystemen aangesloten op hoogspanning. In deze leden dient dan in plaats van ‘de netbeheerders’ gelezen te worden ‘de beheerder van het gesloten distributiesysteem en de netbeheerder’.