Einde inhoudsopgave
Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving
Artikel 30
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
07-07-2010, Stb. 2010, 338 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 32020)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
De Raad stelt naar aanleiding van het door hem verrichte onderzoek een inspectierapport op.
2.
De Raad stelt de betrokken instantie in de gelegenheid binnen een door de Raad gestelde redelijke termijn op het inspectierapport te reageren. Vervolgens stelt de Raad Onze betrokken Minister in de gelegenheid binnen een door de Raad gestelde redelijke termijn op het inspectierapport te reageren.
3.
Na ontvangst van de reactie van Onze betrokken Minister of na verloop van de termijn, bedoeld in het tweede lid, tweede volzin, stelt de Raad het inspectierapport vast. Hij kan naar aanleiding van zijn bevindingen Onze betrokken Minister aanbevelingen doen met betrekking tot eventueel te treffen maatregelen.
4.
Het inspectierapport wordt na vaststelling door de Raad gezonden aan Onze betrokken Minister.
5.
Onze betrokken Minister zendt het inspectierapport alsmede zijn reactie daarop binnen zes weken aan het vertegenwoordigende orgaan van het betrokken land.