Wet vestiging bedrijven BES
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 07-10-2011. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd bij de wet van 12-07-2012, Stb. 375.
- Bronpublicatie:
27-09-2011, Stcrt. 2011, 17604 (uitgifte: 06-10-2011, regelingnummer: WJZ/11122065)
- Inwerkingtreding
07-10-2011, terugwerkend tot: 10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2011, Stcrt. 2011, 17604 (uitgifte: 06-10-2011, regelingnummer: WJZ/11122065)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste USD 280 wordt gestraft; hij, die het verbod, gesteld bij artikel 2, overtreedt.
2.
Indien tijdens het plegen van het feit nog geen twee jaren zijn verloopen sedert een vroegere veroordeeling van den schuldige wegens een overtreding van een of meer bepalingen dezer wet onherroepelijk is geworden, kan hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste USD 560 worden opgelegd.
3.
Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste USD 1120 wordt gestraft hij, die opzettelijk een onjuiste of onvolledige opgaaf doet ter verkrijging van een vergunning, als bedoeld in artikel 2.
4.
De feiten, strafbaar gesteld in het eerste en tweede lid van dit artikel, worden beschouwd als overtredingen.
5.
De feiten, strafbaar gesteld in het derde lid van dit artikel, worden beschouwd als misdrijven.